Schattenjacht in het historische Leuven. Op zoek naar verborgen erfgoedparels. Zoals op het Damiaanplein. Achter mij: de Damiaankerk en het plein, voor me: de geheimzinnige gesloten poort en de manshoge muren in crèmekleurige Gobertangesteen van het ‘Hollands College’. Ooit een machtig patriciërscomplex met tuin tot aan de Dijle, daarna een college voor theologiestudenten, een klooster en meisjesschool en uiteindelijk eigendom van de Leuvense universiteit. Kortom, een plek met een rijke geschiedenis die heel wat geheimen verbergt. Ter gelegenheid van 600 jaar KULeuven kan je in 2025 dit uitzonderlijke pand bezoeken. Wat zit er achter de muren van het Hollands College? Kijk mee binnen en ontdek de verhalen over deze bijzondere plek.
Pulcheria
Als de deur van het poortgebouw krakend opendraait, verschijnt er zowaar een volledig binnenplein in ons gezichtsveld. De voorgevel-met-poort blijkt een uitgebreid complex te verbergen! Bij nader inzien niet zo verwonderlijk, aangezien dit in de 16de eeuw de sjieke residentie van de vooraanstaande Leuvense familie Uten Lieminghe was. Met een tuin die aanschurkte tegen de oude eerste stadsmuur van Leuven (12de eeuw). Het ‘Hof van Uten Lieminge’ bij de waterpoort aan de Dijle stond bekend onder de naam ‘Mooie Onze-Lieve-Vrouw ‘ (‘Pulchra Maria’). Vanwege het fraaie Mariabeeldje in de nis boven de toegangspoort. De volksmond verkortte de Latijnse naam tot ‘Pulcheria’. En zo werd het Hollands college, dat in 1617 op deze plek werd gesticht, ook ‘Pulcheria College’ genoemd. Zoals je trouwens -mits arendsogen- kan vaststellen als je het verbouwingsopschrift op de grijze sluitsteen boven de poort bekijkt: “collegium/hollandicum/divae pulcheriae/sacrum/ renovatum anno 1757”.
Pulcheria College? Check!
De verborgen tuin en de sierlijkste galerij
We steken de hobbelige kasseien van de binnenkoer over, na een snelle blik op de oude waterpomp, de 18de eeuwse zonnewijzer en het 19de eeuwse houten Mariabeeld met baldakijn. Hoeveel veranderingen heeft dit complex niet ondergaan? Uit elke eeuw lijkt er hier wel iets achterbleven te zijn…
Geïntrigeerd dwalen we verder door lichtrijke kloostergangen, langs kleine salons en ontvangstruimtes tot we in een lichtrijke zitruimte komen. En een wintertuin. Met uitzicht op weelderig groen. Dat zich uitstrekt tot tegen de Dijle. Wat een oase van rust midden in de stad. Ooit was er hier een fraaie geometrische tuin, naast een losser landschapspark. Vandaag is de tuin behoorlijk minder onderhoudsintensief met een grasstrook omringd door struiken en bomen.
Pimpelmeesjes kwinkelieren vrolijk als we de bakstenen muren van het 19de eeuwse scholencomplex opmerken. Met een fantastische houten buitengalerij, helemaal beglaasd. Het lijkt wel of ze tegen de eerste verdieping aan zweeft, zo slank zijn de steunpalen. En die charmante en decoratieve gietijzeren steunen!
De geheime toren van Jansenius
Helemaal achterin de tuin verschuilt zich de geheimzinnige ‘Janseniustoren’. Hoe die toren aan zijn naam kwam, is geen rocketscience. Want wie was de eerste president van het college (1617-1624)?Juist! Cornelius Jansenius (1585-1638), de man die het jansenisme lanceerde himself! De Nederlander Jansenius – eigenlijk Corneel Jansen – had in Leuven vrije kunsten en godgeleerdheid gestudeerd, doctoreerde er en bleef er vervolgens hangen als priester. Nauwelijks een jaar na zijn aanstelling als president van het Hollands college liet hij in de tuin een optrekje voor zichzelf inrichten. In een eeuwenoude toren die al evengoed die van Rapunzel had kunnen zijn.
Hoe kwam die toren er? Het Hof van Uten Lieminge was gelegen bij een van de twee plekken waar de eerste Leuvense ringmuur doorbroken was, nl. de plek waar de Dijle de stad binnenkomt. Daar was ook de Lieminghepoort – een 12de eeuwse waterpoort op de Dijle, meer bepaald: een bakstenen brug versterkt met twee watertorens, één op elke oever. Binnenvarende schepen moesten er tol betalen. Jansenius legde prompt beslag op één van de torens, breidde hem uit en verhoogde hem met een studeer- en slaapkamer. Ik ken minder leuke plekjes om te verblijven.
Ketterse ideeën
Volgens de legende schreef Jansenius in deze toren zijn beroemde – en voor de Paus beruchte – theologische werk Augustinus. Daarmee joeg hij de Jezuïeten tegen zich in het harnas. Hij verkondigde immers de idee dat alles voorbestemd is en dat de mens dus niet uit vrije wil iets aan zijn redding of verdoeming kan doen. Het boek lag aan de basis van het jansenisme, een religieuze stroming die ascese predikte en door de Kerk later als ketters werd beschouwd.
Dat Jansenius de romantische toren aan de Dijle uitkoos als studievertrek, mag niet verwonderen. Hij kon er zich perfect terugtrekken met zijn boeken, in een groene oase. Het gerucht gaat dat hij zich zelfs in zijn toren opsloot om in alle rust te kunnen schrijven. Alleen een trouwe dienaar mocht er binnen, om hem wat te eten te brengen.
Jansenius werd later bisschop in Ieper maar stierf relatief jong aan de pest – na een ziekenbezoek. Zijn boek werd postuum gepubliceerd en pas later veroordeeld.
De toren, die sindsdien Janseniustoren genoemd wordt, was eigendom van het Hollands College en behoort vandaag tot het Paridaensinstituut.
Het oudste bewaarde college
Na de wandeling door de tuin gaan we verder op ontdekking in de wirwar van gebouwen die naast en tegen elkaar zijn opgetrokken. Het Hollands college was één van de meest prestigieuze en rijkste colleges in Leuven dankzij gulle giften uit Haarlem. Oorspronkelijk was het college opgericht om theologiestudenten uit de Nederlandse bisdommen Haarlem en Utrecht een verblijfplek te geven in Leuven terwijl ze een priesteropleiding volgden. Maar er kwam een haar in de boter, met als gevolg: alleen aspirant-pastoors voor het bisdom Haarlem mochten hier logeren. Al gauw kreeg het college officieel de naam ‘Hollands College’ of ‘College van Haarlem’.
En de Utrechtenaren? Die verhuisden ondertussen naar de Naamsestraat, waar ze prompt hun eigen college ‘de Hoge Heuvel’ stichtten.
Het Hollands College is nu een van de best bewaarde colleges van de oorspronkelijke universiteit, ook al zijn de gebouwen uit de beginperiode heel vaak verbouwd.
Dochters van Maria
De kloosterzusters bleven in het Hollands college van 1812 tot 2008. In 2006 werd het klooster beschermd en verkocht aan de Katholieke Universiteit van Leuven. Dankzij de zusters heeft de universiteit de band met één van haar historische colleges terug kunnen herstellen. Zij bracht er Metaforum onder (2011), een denktank en ontmoetingsplek voor academische reflectie, debat en cultuur. Er zijn ook studieverblijven voor buitenlandse gasten. Zo krijgt het College zijn oorspronkelijke functie terug: een plek zijn voor lectuur, overleg en studie. Elke donderdagmiddag zijn er debatten voor een breed publiek.
Unieke 18de eeuwse bibliotheek
Onze stappen weerklinken helder op de fraaie zwart-witte gezoete plavuizen als we de houten trap nemen naar één van de meest unieke plekken van het gebouw : de bibliotheek. Uniek, omdat dit het enige nog bewaarde interieur van een collegebibliotheek is, met rijkelijk bewerkte boekenkasten uit de achttiende eeuw en een eiken plankenvloer. We ruiken de muffe geur van oud papier, tellen de delen van de verlichte encyclopedie van Diderot en d’Alembert en bewonderen de prachtige bibliotheekkasten die ooit Pruisisch blauw waren. De collectie bevat voornamelijk Franse boeken waarvan enkele bijzondere exemplaren erg mooi ingebonden zijn. Ambacht naast intellect.
Ondertussen dansen boven onze hoofden de krullen van het sierlijke stucwerk langs de zoldering. We missen alleen nog een haardvuur.
Sfeervolle kloosterkapel
Tot slot sluiten we in schoonheid af in de sfeervolle kloosterkapel met een massa houtsnijwerk, schilderijen van Pieter Jozef Verhaegen en rococo bidstoelen. Mèt kussentje om je knieën te sparen. De kapel was oorspronkelijk kleiner maar werd vergroot door de zusters. Gevolg: een biechtstoel die eigenlijk buiten de muur hangt. Check het in de brandgang buiten!
Zowel in de kapel als in de wintertuin van het college worden nu regelmatig concerten georganiseerd. Het pianostukje dat één van onze medebezoekers ten gehore brengt, klinkt alvast fantastisch.
Via de monumentale trap dalen we terug af naar het gelijkvloers. We nemen afscheid van Mère Thérèse en het ruime complex dat haar ordegenoten gedeeltelijk verbouwd, maar ook goed geconserveerd hebben.
Kijken de geesten van vroegere studenten van het Hollands College ons na als we de poort naar de buitenwereld openduwen?
Praktische info
Meer info over de viering van 600 jaar KULeuven en bezoeken aan het universitair erfgoed vind je hier
Ook leuk om te lezen:
- De geheimen van de Keizersberg (Leuven)
- Over een blinde hertog, zijn kasteel en de Arenbergs in Leuven
- De Technische School van Henry van de Velde: verborgen modernistische architectuur in Leuven
- Meer dan 20 fijne wandelplekken dichtbij Leuven
- Villa Michiels in Overijse en Côte d’ Or
- Diamant Palace in St.-Gillis: vervlogen glitter en glamour
Verborgen plekken ontdekken in een stad is altijd zo heerlijk vind ik
Ja absoluut! Al die verhalen over wat er zich ooit afspeelde! Een reis in de tijd!
Wat een mooie ontdekking!
Een gebouw waar je meestal gewoon voorbijwandelt- leuk om te ontdekken dat het zoveel geschiedenis verbergt!
mooie beelden met veel herinneringen. Heb jaren als toenmalig PMS medewerker, voor de school gewerkt, in de prachtige kapel meegezongen met Frans, muziekleraar, aan het orgel, tijdens de pedagogische studiedagen. De spreekkamers, de kamer van zuster Lydia, de tuin…
en vooral de Janseniustoren waar we naast de alkoof van Jansenius ons PMS lokaal hadden.
Fantastisch om op zo’n historische plek te kunnen werken!
Leuven: te lang geleden was ik er te kort. Dat moet dus veranderen.
Een goeie reden voor weer een reisje 😄!