Brutalisme in België: het CBR-gebouw van Brodzki

Science fiction of … James Bond in Watermaal-Bosvoorde? Het fotogenieke witte kantoorgebouw met ramen in vloeiende lijnen en goudkleurig spiegelend glas vangt onmiddellijk je blik als je op de Terhulpensesteenweg passeert. Open Monumentendag in Brussel was de unieke gelegenheid om het modernistische CBR -gebouw van Constantin Brodzki  beter te leren kennen en ook een glimp van het interieur op te vangen. Goed voor een massa beelden en een handvol boeiende weetjes!

In het oog springend Brussels icoon

Statig, sierlijk en speels rijst deze stralende beauty op tussen de andere kantoorgebouwen in de ochtendzon. Omgeven door een tuinlandschap van René Pechère ( 1908 -2002) dat voor mijn part gerust groter mocht zijn. Het is overduidelijk dat hier ooit een supertalent aan de slag ging met beton. De afgeronde ramen schitteren goudgeel in de zon en reflecteren het groen en de kantoren uit  de omgeving. Het verkeer van de drukke Terhulpensesteenweg raast voorbij, maar de ritmiek van de op elkaar gestapelde witte betonmodules straalt sereniteit en rust uit. Meer dan vijftig jaar geleden werd dit architectuuricoon bedacht door de Pools-Belgische architect Constantin Brodzki.

Constantin Brodzki en CBR

In oktober 2024 zou Brodzki, die deze brutalistische architectuurparel uit zijn mouw schudde, net 100 jaar geworden zijn. Ware het niet dat hij in 2021 op gezegende leeftijd overleed. Als je naar zijn initialen kijkt, kan het bijna geen toeval zijn dat Constantin Brodzki (1924-2021) de opdracht voor het CBR-gebouw in de jaren zestig binnenrijfde, toch?

Visitekaartje, bouwkundig experiment en embleem van moderniteit

Eind jaren zestig breidden de Cimenteries Belges Réunies (CBR) hun activiteiten uit –  met als gevolg: een serieuze upgrade van het aantal werknemers.  Een nieuwe hoofdzetel was een must, en liefst aan de rand van de stad waar begin jaren 70 heel wat bedrijven hun hoofdzetel optrokken (Glaverbel, La Royale Belge, …).

Een gebouw als visitekaartje. Dat mocht dus wat kosten. En het moest vooral modern en vooruitstrevend zijn – imago is alles. Prompt toog Brodzki aan de slag met kompaan Marcel Lambrichs. Vier jaar lang dokterden ze samen met enkele Portugese specialisten een nieuw concept uit voor het gebruik van cement en beton.  Met als doel: beton niet alleen als ruwbouwmateriaal en functioneel structureel element te gebruiken. Brodzki wilde ook het mooie van beton laten zien, in de buitenafwerking. Het resultaat van al dat geëxperimenteer en  denkwerk waren prefabmodules van 1.80 m die perfect in elkaar pasten en konden gestapeld worden. Lego voor volwassenen. Maar dan in wit beton – niet toevallig de specialiteit én het monopolie van CBR. In 71 dagen stond het gebouw er – reken ongeveer een week per verdieping. We zijn dan 1970.

Brodzki zag het gebouw als een totaalconcept: hij koos het meubilair samen met Jules Wabbes (1919-1974), ontwierp inbouwkasten die ook dienden als scheidingswanden,  deurklinken,  trapleuningen,… tot de liftknoppen en de familiefotolijst op het bureau van de CEO toe. Ook het groen rondom het gebouw werd onder handen genomen.

Golvende deurknoppen die aan art nouveau doen denken.

Wat je nog niet wist over het CBR-gebouw

  • Het budget voor het gebouw was onbeperkt, Brodzki kon dus volop experimenteren. Hij nam er 7 jaar de tijd voor en maakte tientallen maquettes voor de prefabmodule. Hij bouwde ook twee kleinere proefgebouwen, kwestie van de vorm van de gestapelde prefabelementen uit te proberen. Uiteindelijk koos hij voor een vorm van 2 rechte blokken met daartussenin een technisch blok. Dat vormt samen met de buitengevels de dragende structuur.
Tussen de twee verspringende volumes bevindt zich een smaller technisch volume dat een dragende functie heeft.
  • Brodzki zorgt in de seventies voor een baanbrekende wijziging in de manier waarop er naar beton wordt gekeken. Hij benadrukt dat beton geen hard materiaal is,  maar dat het aanvankelijk vloeibaar is. 
Betonelementen kunnen dus ook ovaal of rond zijn. Statement made!
  • Ook in het interieur blijven de  ruwe betonnen muren zichtbaar. De afwerking buiten is gezandstraald.
  • De vorm van de prefabmodule is zo ontworpen dat de verschillende elementen bijna perfect (met een marge van 0.5 mm) in elkaar passen.  Ongelooflijk!
  • Als je goed kijkt, zie je dat er een 10-tal verschillende types van modules zijn, ook al lijken ze allemaal gelijk. Check alleen al de ramen van gelijkvloerse verdieping met die erboven.
Du jamais vu: beton in vloeiende lijnen
Zichtbaar beton
  • De geprefabriceerde modules werden kant-en-klaar, met ingebouwd houten raam en dubbelglas, naar de werf gevoerd.  50% van de ramen sneuvelde tijdens het transport.
  • De goudkleurige laag tussen het glas reflecteert de zon en houdt de wamte buiten. Extra-isolatie dus.
  • Het originele glas met reflecterende laag bevat bestanddelen die vandaag niet meer toegelaten zijn. Gerenoveerde ramen hebben zo een iets lichtere kleur, dat zie je ook in het gebouw van La Royale Belge uit dezelfde periode.
  • Het innovatieve dubbelglas werd geleverd door Glaverbel – waarvan de hoofdzetel aan de overkant van de steenweg lag –  de overbuur, zeg maar.
  • Brodzki besteedt veel aandacht aan isolatie en ventilatie – eat that, moderne passiefhuizen.  In de prefabpanelen zit er een laag die verbonden is met de convectoren in de kantoorruimtes. De kieren in de prefabbetonpanelen zorgen voor natuurlijke verluchting. Brodzki had in 1967 in New York airco leren kennen en paste dit toe in Brussel.
Schattige en voor de luchtcirculatie functionele raampjes boven de gangkastenwanden.

  • Het gebouw telt 9 verdiepingen – de achtste was voorbehouden voor de directeur en omvatte een heuse keuken die verstopt was achter een charmante barwand in tropisch hout . Vanzelfsprekend had de CEO ook een privé-kok ter zijner beschikking.
De privébar van de oorspronkelijke CEO werd door Fosbury & Sons vernoemd naar Giorgio Moroder, de grondlegger van de elektronische muziek.
  • Restauratie van de lambrizeringen en inbouwkasten in tropisch hout levert kopzorgen op omdat de oorspronkelijke houtsoorten nu beschermd zijn.
  • Brodzki wilde een aangename en stimulerende werkomgeving creëren:  grote ramen vingen veel licht  in trendy landschapskantoren en boden een heerlijk uitzicht op het omliggende groen. Landschapsarchitect Péchère behield zo veel mogelijk van de aanwezige bomen.

Werkplek met fantastisch uitzicht over het Zoniënwoud, de achtertuin van 4421 hectare rond het gebouw (en de andere kantoorgebouwen in de buurt).
Gelijkvloerse verdieping
  • Het CBR-gebouw ligt vlakbij het station van Watermaal-Bosvoorde.  Een duurzame werkplek avant-la-lettre dus. De werkuren werden zelfs afgestemd op de treinen.
  • De personeelsingang en het personeelsrestaurant situeerden zich wat verborgen op -1, de betonnen pronktrap en de ingang op de gelijkvloerse verdieping waren voorbehouden voor ’the boss’ en zijn bezoekers. Toch nog andere tijden, die beginnende seventies.
Elke verdieping heeft een eyecatcher. In de hal werden aan de originele betonnen draaitrap een kristallen luchter van Carlos Scarpa en een creatie van textielontwerpster Nathalie Van der Massen toegevoegd.
  • De trap werd ter plekke gegoten met asymmetrische treden én een vindingrijke leuning
  • Of Brodzki een perfectionist was? Zelfs de richting van het plafondplaatjesrooster in de liften was zo geplaatst dat het licht niet in de ogen van de liftgebruikers zou schijnen.
  • Brodzki was extreem strict en vasthoudend wat betreft aanpassingen aan zijn ontwerp. Zo behield hij in het landschapskantoor de vier origineel geplande stille ruimtes (cubicles) in plaats van de twee die er maar nodig waren. Cabine drie en vier werden dan maar gebruikt als berghok voor poetsmateriaal.
  • Het CBR-gebouw is het enige Belgische voorbeeld dat in 1980  een plaats kreeg in de tentoonstelling ‘Transformation in Modern Architecture 1960-1980’ van Marcel Breuer in het New Yorkse MoMA (1980). Breuer en Brodzki kenden elkaar wel van de samenwerking met Knoll.
  • Het CBR-gebouw lag Brodzki na aan het hart. In de jaren 90 sloot hij zijn architectenbureau, maar in zijn salon is altijd een CBR-module blijven staan.

Het CBR-gebouw vandaag

Brodzki en zijn zoon Alexandre (ook architect) volgden de architecturale erfenis strak op. Samen met Alexandre renoveerde de al gepensioneerde Brodzki het CBR-gebouw. En er werd een stevig robbertje gediscussieerd, zoals over de kleur van het vasttapijt (dat hoofdzakelijk verdwenen is) of de lichtinval op een bureau.

Sofa van Jules Wabbes

Het exterieur van het CBR-gebouw is sinds 2018 beschermd, evenals bepaalde binnenelementen zoals houtwerk, trappen en meubilair. Fosbury & Sons huren het en hebben het verbouwd, met veel respect voor  de aanwezige materialen en het oorspronkelijke, ingenieuze ontwerp. Zo werden bijvoorbeeld alle houten kasten gedemonteerd, gerenoveerd en opnieuw geïnstalleerd. Het te fragiele meubilair van Jules Wabbes en Knoll werd niet weerhouden. Fosbury & Sons bewaarden veel authentieke elementen maar ze voerden ook aanpassingen door, zoals een verdeling van de ruimtes in kleinere kamers met vensters in loden rasters. Ze willen een eigentijdse coworkplek creëren waar design en esthetiek het werken opleuken.

Nog opzoek naar een stijlvolle werkplek in Brussel? Check het CBR-gebouw.

Stijlvol coworken

Meer van Brodzki

Zelf had ik nog nooit gehoord van Brodzki. Zijn oeuvre is veel beperkter dan dat van zijn tijdgenoten Renaat Braem (Sint-Maartensdal Leuven) of Charles Vandenhove (Luik). Daar had hij een heel nuchtere uitleg voor:

In een huis stop je evenveel werkuren als in een kantoortoren, maar je verdient er twintig keer zo weinig aan.

Het dertigtal ontwerpen dat hij achterliet, was wel super-origineel en vernieuwend:

  •  het Musée du Cinéma in Brussel (1957),
  • het Musée Lapidaire in Buzenol (1959),
  • het Design Center in de Ravensteingalerie in Brussel (1963),
  • het lab van CBR/Ergon in Lierre (1966),
  • het hoofdkwartier van de cementfabriek CBR (1967) in Watermaal-Bosvoorde
  • het kantoor van Generali in Bosvoorde (1976)
  • Swift I en Swift II,  Terhulpen, Brussel (1983 en 1988) in postmoderne stijl
  • een tiental privéwoningen waarvan het achthoekige Klenowicz-huis in Linkebeek (1976) super-intrigerend is.

Brodzki bewonderde Victor Horta en Henry van de Velde, maar het zuivere modernisme was niets voor hem, hij wilde vooral een sfeer creëren. “Een architect is in theorie verplicht is om bij iedere opdracht te proberen een Parthenon te bouwen.” Dat merk je ook aan de postmoderne Swift I en Swift II die hij samen met Ricardo Bofill bouwde.

Tijdloos en toch typisch voor zijn tijd

Het CBR-gebouw, met zijn zachte rondingen en vloeiende vormen aan de rand van het Zoniënwoud blijft Brodzki’s bekendste en meest iconische ontwerp.  Brodzki introduceerde hiermee zelfs de zogenaamde CBR-stijl in België. Kenmerkend is het innovatief gebruik van beton in prefab-elementen met organische vormen.

Kortom, met zijn futuristisch embleemgebouw schreef architect Constantin Brodzki voor altijd architectuurgeschiedenis.

Ook leuk om te lezen:

4 thoughts on “Brutalisme in België: het CBR-gebouw van Brodzki

  1. Wat een ongelooflijk talent en een prachtig verhaal, hoe vooruitstrevend en vernieuwend kan je zijn als architect!

Altijd fijn om je reactie te lezen: