Een mysterieus silhouet van een bemoste, verweerde kerk. Weelderig groen, doorspikkeld met het fuchsiaroze van manshoge camelia- en azaleastruiken. Daarnaast: het meer van Furnas, half verscholen in de mist die als een levend wezen af en aan rolt. Dat is onze eerste kennismaking met de botanische tuin van José do Canto bij Furnas (Sao Miguel, Azoren). Spooky! Toch besluiten we de tuin te bezoeken om de waterval die zich ergens temidden van dat halftropisch groen geweld verscholen houdt, op te zoeken.
Capela de Nossa Senhora das Vitorias
Onderweg van Ponta Delgada (de hoofdstad van Sao Miguel) naar Furnas spotten we aan de oevers van het meer van Furnas deze donkere, schijnbaar vervallen en ietwat onheilspellende kapel. Het blijkt de grafkerk te zijn van grootgrondbezitter en weldoener José do Canto en zijn vrouw. Do Canto (1820-1898) is een beroemdheid op Sao Miguel als het om rijkdom, intellect en plantenkennis gaat. Op zijn negende las hij al Cato in het Latijn. Op zijn tweeëntwintigste trouwde hij een nog rijkere vrouw (zij was vijftien) uit een familie van grootgrondbezitters. Vanaf dat moment zit hij helemaal op rozen. Zijn vrouw werd jammer genoeg ernstig ziek en dus beloofde hij (in 1854) een kapel te bouwen bij zijn zomerverblijf aan het meer van Furnas. Het werd een neogotische kerk – uniek op heel Sao Miguel- in Franse stijl – Do Canto zou zich hebben laten inspireren door de kathedraal van Chartres die hij kende vanuit zijn studietijd in Frankrijk. De bouw duurde jaaaren, maar het opvallende mausoleum staat na zo’n 150 jaar nog steeds kaarslrecht overeind.
Romantisch of griezelig mausoleum?
De deur is op slot en de donkere met mos begroeide basalten muren doen somber aan, het lijkt wel of we in een griezelfilmdecor rondlopen. De welig groeiende planten rondom de kapel vrolijken het geheel op, maar toch hangt er een sfeer van verval en vergankelijkheid. De laaghangende wolken dragen daar ook toe bij. Maar toch heeft de kerk iets fascinerends, en fier rijst de donkere torenspits als een herkenningsteken op aan de oever van het meer, geruggesteund door het groen van de romantische tuin die erlangs tegen de heuvel oploopt.
Even verderop maken talloze picknickplaatsen onder met mos begroeide kruinen duidelijk dat deze kerk wel één van de bekendere toeristische plaatjes van Sao Miguel en de Azoren moet zijn. Maar ook hier: niemand te zien en de mist lijkt elk geluid te dempen.
Zomerhuis
Een vrolijke noot is het opvallende roze zomerhuis van Da Canto, dat zich aanschurkt tegen het meer. Zelfs van de overkant van het ‘Lagoa’, bij de fumarolen van Furnas, duikt het licht en stralend op tussen al die tinten groen. Het huis bestaat eigenlijk uit twee gebouwen: een bootpaviljoen en een chalet, opnieuw in West-Europese stijl. Vandaag kan je het huren als vakantiewoning. Ik probeer stiekem even binnen te gluren, maar het huis geeft zijn geheimen niet prijs. Fantastisch zicht op het meer verzekerd in elk geval – als de wolken niet te laag zakken, tenminste. .
De botanische tuin van José do Canto
En dan zien we op de helling tegenover het huis de ingang naar de botanische tuin. Twee personeelsleden schuilen in een hokje, waar we een infofolder bekijken en tickets kunnen kopen. De wolken hebben zich ondertussen verdicht tot een miezerregen, en we zijn zo goed als de enigen die deze godvergeten tuin willen bezoeken. Toch blijkt er een heus plannetje beschikbaar te zijn als we de drie(!) euro pp toegang neertellen. Zo gauw ik hoor van ‘uitzonderlijke cameliasoorten ‘, ‘vallei van de varens’, of ‘ verborgen waterval’ ben ik verkocht. Als we opmerken dat we de waterval willen opzoeken, krijgen we een waarschuwing mee: het pad is mogelijk onbegaanbaar. De Salto do Rosal bezoeken gebeurt uitdrukkelijk op eigen risico. Door de regenval van de afgelopen dagen is er een grondverschuiving geweest waardoor het pad bedolven is onder takken, aarde en gebladerte en de helling is niet meer stabiel. We besluiten om zelf te checken of de doorgang doenbaar is. Aardverschuiving of geen aardverschuiving.
Geschiedenis
En zo maken we kennis met het domein waarmee Do Canto in het midden van de 19de eeuw ambitieuze plannen had. Hij kocht van meer dan 100 verschillende landeigenaars de gronden bij het kratermeer op, en hamsterde zo een gebied van zo’n 600 hectaren bij elkaar op de vulkanische gronden van Furnas. Daar wilde hij een wereldberoemde tuin aanleggen, dus hij werft de Franse landschapsarchitect Barrillet-Deschamps (1824-1875) aan, die tussendoor nog mee de Parijse parken en de tuinen van de Champs-Elysées tekende. Op dat moment is de ‘Mata Jardim José do Canto’ de grootste tuin voor exotische planten in heel Portugal.
Het centrale punt in het beplantingsplan is het bootpaviljoen en van daaruit lopen brede gebogen paden door kleine valleien en langs dichtbeboste hellingen. Vandaag is het domein (na verdeling van de erfenis over de jaren heen) nog ‘maar’ 120 hectare groot:10 hectare tuin, de rest is één en al groen, wild en jungle. Margarida Jacome Correa Hintze Ribeiro, achterkleindochter van José do Canto en zijn vrouw Maria Guilhermina Taveira de Brum da Silveira (oef) is de huidige eigenares van de tuin, die sinds 2014 open is voor het publiek.
Broedplaats voor exotische planten
De comfortabele paden uit de 19de eeuw leiden ons langs prachtige collecties oude camelia’s en azalea’s. Het is april, dus alles staat volop in bloei (januari-mei)en we wandelen onder en over een regen van roze-rode-witte bloemblaadjes. ‘La Dame aux Camélias?’ wordt ‘La Dame sous les Camélias’.
Da Canto was als botanicus verzot op tropische planten en zag de tuin als een soort broedplaats om de exotische planten die hij invoerde en opkweekte te laten acclimatiseren. Nu eens kuieren we door een kleine drassige vallei met cypressen die we ook in de Everglades in Florida zagen, dan weer glooit het pad tussen immense opvallende bomen, palmbomen uit China, groepen steeneiken, boomtulpen, moeraseiken, grote araucaria’s, cryptomeria’s, eucalyptussen en fantastische gingko’s… We zien een massa ingevoerde tropische en subtropische planten, maar evengoed inheems groen. Mijn absolute favorieten zijn echter de boomvarens! In de Vallei van de Varens raak ik niet uitgekeken op de geweldige reuzen uit Zuid-Amerika en Australië/Nieuw-Zeeland, met hun ragfijn gevederde bladeren die het daglicht filteren. Je wil niet weten hoeveel foto’s ik maakte!
Mos mos mos
Hoe verder we trekken, hoe meer we in een soort uitbundig Jurassic Park terechtkomen. En o-ve-ral is er groen. Boomstammen en takken, de grond, de hellingen langs het pad, alles lijkt bedekt met een groen laagje. Bij nader toezien is de verklaring eenvoudig: ruig, fijn, zacht en ruwharig, … mos is hier in vele varianten aanwezig. Ze kruipen, slingeren, sluipen en dekken alles toe. Ik vraag me allang niet meer af om hoeveel verschillende soorten het hier gaat.
Sequoia
Halverwege de weg naar de waterval is er nog een bijzondere plek. Rechts van het pad staat een indrukwekkende sequoia. Een exoot uit Californië, die hier een plaatsje heeft gevonden dankzij Do Canto en het duidelijk naar zijn zin heeft. Fotomoment!
De verborgen waterval SALTO DO ROSAL
Maar nog steeds geen waterval. Het pad wordt wel glibberiger, het is hier en daar verstevigd en uiteindelijk komen we bij een bordje: wie vanaf hier verdergaat, doet dat op eigen risico. Ik zie een warboel van aarde, taken, en boomstronken en begrijp dat overvloedige regenval het hier wel eens gevaarlijk kan maken. We klauteren echter door. Het heeft de vorige dag niet geregend. We speuren in het rond en stoppen af en toe om te horen of we nog geen water horen neerklateren. Net als ik me afvraag of we wel op de juiste weg zijn in wat ondertussen eerder een groene woeste jungle lijkt te zijn dan een planmatig aangelegde botanische tuin, zien we een beekje!
En dan plots zijn we er! Verscholen in een soort komvormige inham stort het water zich van wel 25 meter hoogte naar beneden. Te midden van de uitbundige vegetatie heeft de Salto do Rosal het vulkanisch gesteente uitgeslepen en gebeeldhouwd. De overhangende rotsen en planten lijken me niet erg stabiel…Maar wat een magische plek! En hoe klein en kwetsbaar zijn we in deze indrukwekkende omgeving! Schoonheid en dreiging liggen hier dicht bij elkaar.
We genieten van het uitzicht en het moment. En vatten daarna de terugweg aan.
Onderweg spotten we nog de overwoekerde resten van een huis of bergplaats. Ik voel me eventjes een ontdekkingsreiziger in een Zuid-Amerikaans regenwoud. Alleen de slangen, ara’s, reuzespinnen en panters ontbreken hier nog. (OK, die panters is er misschien wat te veel aan)
Byebye
Uiteindelijk arriveren we terug beneden, bij het meer. We werpen nog een laatste blik op de roerloze grafkerk van José en Guilhermina. En stappen nog helemaal onder de indruk van het magische bezoek terug naar de plek waar onze auto op ons wacht.
Ook leuk om te lezen:
De plek, de natuur en de gebouwen zijn van een sprookjesachtige, mystieke schoonheid.
Net alsof we in een andere wereld zaten! (Wat voor een stukje ook wel zo was ;)) Heel speciale ervaring!
Wauw wat is Lago de Furnaz een prachtig meer! Met die mist heeft het ook wel iets spooky’s. Lijkt me prachtig om er een wandeling omheen te maken.
Dat klopt! De wandeling is ook heel gevarieerd. En een lus van 8km is ook heel goed te doen!
Wat een bijzondere plek! Zo mysterieus en tegelijkertijd zo mooi. Mystieke schoonheid vind ik inderdaad een goede omschrijving.
Die huizenhoge holte tussen het groen met dat neerstortende water, had inderdaad iets mystieks. Een andere wereld.