Zuilengalerijen, klassieke frontons, muurschilderingen en tuinen als parken…je vindt ze in overvloed bij de sjieke villa’s en palazzi langs het Brentakanaal in de buurt van Venetië. Palladio en andere creatievelingen zorgden er in de 16de eeuw (en later) voor dat gefortuneerde Venetianen hier heerlijk konden genieten in luxueuze en prachtig gedecoreerde zomerresidenties. Enkele honderden jaren lang was het Brentakanaal tussen Padua en Venetië de favoriete hotspot van de gegoede klasse. ‘Off to the country’ moeten ze gedacht hebben als het hun letterlijk wat te warm onder de voeten werd tijdens de hete Venetiaanse zomers.
We vroegen ons af wat er nu nog overblijft van die vroegere pracht en praal…
Even situeren: de Brenta
De Brentarivier ontspringt in de buurt van Trente in Noord-Italië en kronkelt zich dan 174 kilometer lang door het laagland, om via Padua bij Chioggia in de Adriatische Zee uit te monden. Door de eeuwen heen verplaatste de bedding van de rivier zich volgens de seizoenen en zocht hij zich via talrijke wisselende zijarmen een weg naar de zee. Om de rivier (en de overstromingen plus de verzanding van de haven van Venetië) in bedwang te houden, werd het stuk tussen Padua (Stra) en Venetië (Fusina) gekanaliseerd vanaf de 16de eeuw. Al snel gebruikten niet alleen boeren het kanaal om vlotjes fruit en groenten van het platteland naar Venetië of Padua te voeren. Ook omgekeerd kwam er een beweging tot stand: de Venetiaanse adel ontdekte de groene omgeving op een steenworp van de Dogenstad en liet er al spoedig een zomerverblijf optrekken. Want wat is er fijner dan op een hete augustusdag met je luxe-schuit naar je privé-zomerhuisje op de buiten te varen?
De Rivièra van de Brenta
Die verkoelende oevers van het Brentakanaal worden de Riviera del Brenta genoemd. Vooral in de 18de eeuw was het bijzonder trendy en prestigieus om een villa op deze romantische en groen omzoomde plek te hebben. Een ‘villa veneta’, quoi. Zeker nadat de doge van Venetië himself daar een stulpje had neergeplant. Kortom, de Riviera de la Brenta werd dé plek voor decadente tuinfeesten in state- of- the- art parken terwijl de gewone man versmachtte in de hitte en de muggenwolken van het zomerse Venetië. Of overleed aan de zoveelste pest- of cholera-epidemie.
De toonaangevende architect Palladio en zijn opvolgers mochten een talloze palazzi ontwerpen, en de villa’s rezen als paddenstoelen uit de grond. Grote namen uit de kunstwereld zorgden voor de nodige esthetische aankleding van de luxe-optrekjes en voor wat extra beeldhouwwerken in de parken.
Zomervilla’s van Stra tot Fusina
Vandaag zijn er nog heel wat van die historische villa’s te bewonderen langs het Brentakanaal. Niet allemaal in even goeie staat, maar kom, we zijn in Italië, nietwaar. Je kan de route afleggen per auto, per boot of per fiets. Maar verwacht in dat laatste geval geen bucolische fietstocht langs het water. Italië is Nederland niet. Misschien is er ondertussen beterschap, maar toen wij er waren, bleek de Italiaanse infrastructuur eerder gericht op auto’s dan op kwetsbare fietsers. In de zomer kan het bovendien vrij druk zijn op de weg langs het kanaal. De boottocht leek me een romantische optie, maar is ook heel erg gecommercialiseerd. En zeg nu zelf: hoe romantisch is het om met een groep van 50 mensen in een boot geprangd te zitten?
Wij gingen dus met de auto op zoek naar de villa’s van weleer. Hoeveel blijft er nog van over? Slechts een kleine minderheid is echt opgeknapt en is ook binnen toegankelijk voor het publiek. Er zijn nog een heleboel villa’s maar ze zijn soms in al dan niet verregaande staat van ontbinding.
Villa Pisani (Stra)
De bekendste villa is natuurlijk Villa Pisani . Echt een must-see! In-druk-wekkend gewoon. Het plaatsje Stra werd er wereldberoemd door. Dit is geen villa meer, maar een regelrecht paleis. Ze deed me denken aan Versailles en aan Caserta (bij Napels). En wat een tuin! Fantastisch!
De 16de eeuwse pronkvilla werd gebouwd voor Andrea Pisani Alvise, toen hij de 114de doge van Venetiëwerd. En hij bleek consequent: het werd een paleisje met …liefst 114 kamers. Ah ja!
Door de eeuwen heen werd het palazzo verbouwd en uitgebreid. Je wandelt er van ontvangstkamer naar salon, van balzaal naar rookkamer, van boudoir naar eetkamer. In een bijna eindeloze opeenvolging van zalen. Op een fresco meer of minder werd niet gekeken. En reusachtige schilderijen zijn er te kust en te keur.
En dan de tuin – pardon: het park. Net zoals in Versailles is er een groot centraal waterkanaal waarin je het palazzo vanop afstand weerspiegeld ziet. De tuinlanen worden opgeleukt met beelden, in vorm geknipte buxusstruiken, bloemenperken, er is een doolhof, een ijskelder en een meterslange groene pergolatunnel! En dan die sierlijke smeedijzeren poorten en delicate muurschilderingen in wat ooit de orangerie was. Knap!
Villa Widmann-Foscari (Mira)
Daarnaast bezochten we ook Villa Widmann-Foscari, die in het begin van de 18de eeuw gebouwd werd door Perzische adel. Later breidde de Oostenrijkse familie Widmann ze uit met opslagplaatsen en stallen en restylede ze de woning in Franse rococo -stijl. Ooit was Carlo Goldoni, de bekende Venetiaanse toneelauteur, hier te gast, en ook componist Igor Stravinski kwam hier al eens logeren. Opvallend zijn de ongelooflijke muurfresco’s en de rijtuigenverzameling. Qua grootte kan dit landhuis natuurlijk niet op tegen het palazzo van de doge.
Villa Valmarana (Mira)
…nog een ander optrekje langs het Brentakanaal waar we ons aan verlustigden. Aan de buitenkant dan, want het interieur is niet te bezoeken. En we moesten ook vaststellen dat de tand des tijds de villa’s niet onaangeroerd laat. Hier en daar kon er wel het een en ander opgekalefaterd worden.
En nog meer villa’s
Wie even rondsnuffelt, vindt wel meer verlaten en onderkomen villa’s in de buurt. Zonde. Maar financieel gezien volkomen begrijpelijk.
Toen we door een openstaande deur van zo’n vervallen palazzo werklui ontwaarden, nodigde de eigenaar ons uit om zijn pand binnenin te komen bewonderen. De oude vloeren, de lambriseringen, de prachtige plafondschilderingen op de sjieke eerste verdieping, vol trots toonde hij ze en vertelde gepassioneerd over zijn plannen met het monumentale pand. Ons Italiaans is niet al te best, maar we begrepen wel dat er een feestzaal zou komen. Tijdens deze privé-rondleiding kregen we alleen maar respect voor mensen die zo’n monument restaureren. Lijkt me een levenswerk. Om van de investering nog niet te spreken. Het is dus zeker de moeite om al eens een zijweg in te slaan en ook bij een van die onbekende ex- villa’s te stoppen.
Langs de Brenta naar het noorden
Ook de Brentarivier naar het noorden volgen, van Padua naar Trente, richting Dolomieten, is best leuk als je nog wat Palladiaanse villa’s wil meeschnabbelen. Bij Vicenza zagen we de merkwaardige stenen dwergen bovenop de omheining van de Villa Vamarani ai Nani huppelen. Via Bassano del Grappa vervolgden we onze roadtrip naar Asolo. In Bassano checkten we de belangrijkste bezienswaardigheid van de stad: de beroemde houten brug over de Brenta, van de hand van villa-specialist Palladio. Het ontwerp dateert van 1569, maar de brug is heel vaak heropgebouwd. Want wat is een van de favoriete doelwitten in tijden van oorlog? Juist ja. Tijdens de Eerste Wereldoorlog, -maar ook tevoren al -was de brug de inzet van verbeten gevechten.
Heel mooi uitzicht heb je vanop de brug over de stad en de rivier!
Villa Barbaro in Maser bij Asolo was dan weer een tegenvaller. Een afschuwelijk smeedijzeren hek hield ons op afstand en deed ook het zicht op de villa helemaal geen recht. Of wat vind je hiervan?
Asolo daarentegen is wel een super aangenaam en sfeervol Italiaans stadje, met zonovergoten pleinen en pittoreske straten. In het centrum van de stad schittert deze monumentale Villa Scottipasini op een heuvel. Niet te bezoeken, maar wel mooi.
En dan werd het tijd om van een typisch streekproduct te genieten. De prosecco. Voor de inwoners van de Veneto is er maar één goeie: de spumante van Valdobbiadene. Salute!
Ook leuk om te lezen
Leuk om deze bijdrage te lezen! Wij deden in september en oktober een rondtoer met de camper in Duitsland, Oostenrijk en Italië en kampeerden o.a. op camping Serenissima in Malcontenta, langs de Brenta. We hebben maar één villa bezocht en dan alleen nog maar de buitenkant: villa Foscari. Maar genoeg om zin te krijgen in meer! En ook weer dank zij jullie verhaal!
Els Trekker
Hé Els, hoe leuk dat jullie er toevallig ook geweest zijn! Er is nog veel te zien in de Veneto! Ik zou ook graag noordelijker de Dolomieten ontdekken, daar zijn wij nog niet echt geweest. Meer natuur, maar ook waarschijnlijk heel erg de moeite. Hoe lang zijn jullie onderweg geweest?
Wat leuk dat jullie ook aandacht geven aan Villa Pisani. Ik heb daar ooit mogen exposeren in dat prachtige gebouw.
Wauw! Respect hoor Toos! Hoe knap van jou!
Super mooi die oude villas. Altijd indrukwekkend om te zien hoe men daar vroeger al in luxe leefde.
Ja, erg mooi. Maar er zat waarschijnlijk ook vaak een verhaal van uitbuiting achter :(? Al zag men dat toen niet zo.
Dat lijkt me een heel fijn reisje! Super ook dat jullie een private verbouwing konden bekijken. Dit extraatjes geven zo’n reis toch net dat tikkeltje meer 🙂
Dat klopt, dat bracht het dichterbij en maakte het echter!