De mooiste dorpjes van Portugal…daar hoort Obidos zeker bij. Gelegen in het centrale deel van Portugal, aan de ruwe Zilverkust, is het minder bekend dan Sintra (bij Lissabon) of Lagos (in de Algarve) of andere Portugese smaakmakers. Maar Obidos kan prat gaan op indrukwekkende vestingmuren, een pittoresk historisch centrum en … een originele plaatselijke lekkernij. Tijdens een halve dag rondwandelen in dit dorp ontdek je al snel waarom het zo geliefd is. Op een stralende vakantiedag in juli raakten wij in de ban van het charmante middeleeuwse Obidos. Tien dingen om te doen op deze historische plek.
Reis terug in de tijd
Je kan er niet naast kijken, al van ver zie je dit kleine dorpje op zijn rots liggen. Het silhouet van het kasteel en de vestingmuren domineren de omgeving. In ‘normale’ tijden moet dit een trekpleister zijn, bedenk ik. Maar nu is het gerestaureerde historische centrum zo goed als leeg en we hebben dan ook de luxe om het in alle rust te bezoeken. De auto blijft achter op een parkeerterrein, want door die middeleeuwse straatjes snorren, dat komt nooit goed.
Bij de toegangspoort merken we al dat het roemrijke verleden van het vroegere havenstadje hier ook wel uitgespeeld wordt: de verwijzingen naar middeleeuwse steekspelen, de banieren die overal wapperen en de kleurig geschilderde huizen zetten het historische karakter van Obidos nog meer in de verf. Maar dit brengt ons ook wel in de stemming voor een reis met de teletijdmachine.
Net als onze voorgangers in de 12de eeuw, wandelen we de stad binnen via de ‘Porta de la Vila’. Als we onder de imposante muren van deze stadspoort doorlopen, stop ik abrupt. Met open mond staar ik naar een prachtig stukje kunstgeschiedenis in azulejos-vorm. Niet middeleeuws, wel 18de eeuws en absoluut fan-tas-tisch. En ik besef dat het hier bulkt van de prachtige plekjes. Geen wonder ook: Kelten, Romeinen, Moren, … ze waren hier allemaal al voor ons. Onze stadswandeling wordt dus ook een heuse reis door de tijd, langs de restanten van wat uiteenlopende bewoners door de eeuwen heen hier achterlieten.
Kuier, klim en daal af langs de middeleeuwse straatjes
We komen in de hoofdstraat, die heel wat souvenirwinkels telt, maar de witgekalkte huisjes met een lik gele, rode of blauwe verf charmeren wel. Hier en daar wordt er ons een Ginja-proevertje aangeboden, maar we weerstaan de verleiding en beslissen om de vrij sterk stijgende en dalende straatjes te verkennen alvorens we ons aan de alcohol wagen. De smalle kronkelende geplaveide wegen zijn gelukkig lekker koel in de warme middagzon. Bougainvilles klauteren weelderig omhoog in binnentuintjes en over muren. En ben ik blij dat ik geen naaldhakken draag!
Balanceer op de vestingwallen
Al spoedig komen we aan de burcht. Die was er al in de 12de eeuw. Toen werd er hier nog een stevig robbertje gevochten met de Moren. Obidos was de laatste stad van de streek die werd heroverd op de Moorse bezetter.
De vesting werd natuurlijk talloze keren verbouwd in de loop der eeuwen. De donjon kwam er in de 14de eeuw. Burcht en vestingstad waren zo charmant dat ze regelmatig cadeau werden gedaan aan één of ander koninklijk lid. Koning Alfonso II zette in de 13de eeuw de toon . Zijn vrouw kreeg het dorp als huwelijkscadeau. Een traditie die later gevolgd werd door andere Portugese koningen. Obidos heet dan ook al sinds de middeleeuwen ‘Vila das Rainhas’ of ‘Koninginnendorp’. Het is eens wat anders, zo’n huwelijksgeschenk.
Ook strategisch was de stad belangrijk. In de middeleeuwen lag Obidos nog aan zee en was het een bloeiende havenstad. Door de verzanding verloor het echter zijn rol als haven – maar de vesting bleef bestaan. (Het verhaal deed me wat denken aan ons slaperige vestingstadje Damme dat – weliswaar zonder burcht – ook in de middeleeuwen het decor voor koninklijke bruiloften en uitbundige luister en glorie is geweest.)
Geweldig is het om de vestingmuren van Obidos te verkennen. Het stadje is nog volledig ommuurd en de hele stadsmuur is toegankelijk voor het publiek. Wij stonden dus te trappelen om aan de wandeling van een kleine 2 km op de 13 meter hoge stadsmuur te beginnen. Prachtig uitzicht verzekerd. Alleen … de wallen verkennen doe je op eigen risico. Vergeet balustrades of enige andere afscherming van de diepte naast je. Zelfs op de plekken waar de muur vrij smal wordt. Daar is het toch wel even knarsetanden als je last hebt van hoogtevrees. En hoe je bij grote drukte hier iemand kruist, daar denk ik liever niet aan. Wandelen over de vestingwallen: een spannende belevenis met een – in alle betekenissen van het woord- adembenemend uitzicht.
Gluur binnen in de pousada
Maar hoe zit dat dan met de knap gerestaureerde burcht? Ze lijkt zo uit een sprookje te komen. Je kan het kasteelinterieur niet bezoeken, maar… wie er wat voor over heeft, kan er wel logeren. De vesting is één van de bekendste pousada’s (hotels in historisch erfgoed) in Portugal. De Pousada do Castelo de Obidos is zelfs geclassificeerd als een van de 7 Wonderen van Portugal. Volgens wat ik hoorde, bulkt het er van de eeuwenoude historische details, tot resten uit de 9e eeuw toe en is het memorabel om in één van de suites in de wachttorens te logeren.
Steek een kaarsje aan en kijk naar het plafond in de Santa Maria kerk
Op onze tocht bergop, richting kasteel, kruisten we ook het kerkplein. Helemaal met keitjes ingelegd en feestelijk versierd met kleurige vlaggetjes. Zag het er hier in de 15de eeuw ook zo uit, tijdens het huwelijksfeest van de twee koningskinderen Alfonso V en Isabella van Coïmbra? Zij trouwden in deze Igreja de Santa Maria. Pittig detail: de koninklijke bloedjes waren op dat moment respectievelijk 9 en 10 jaar oud!
De kerk onderging ook al wat aanpassingen: de middeleeuwse versie dateert van de 12de eeuw maar tevoren was ze een moskee en daarvoor weer een kerk van de Visigoten. De muren zijn – zoals bij vele kerken in de regio – prachtig versierd met de typische blauwwitte azulejo’s en het houten plafond heeft zulke verfijnde en delicate beschilderingen. De Santa Maria is de parochiekerk van Obidos.
Snuister rond in de vele boekhandels
Maar het middeleeuwse Obidos is ook gewoon fijn om door te flaneren. Behalve de vele winkeltjes met kunst, souvenirs en aardewerk vind je er ook een aantal bijzondere winkels. Boekhandels ontdek je hier zelfs op verrassende plekken. Zo botsten wij op een boekhandel in een kerk. En er is ook een literair boekenhotel. De meeste boekhandels die het dorp telt, zijn telkens vernoemd naar de plek waar de boekenwinkel gevestigd is. Zo is er bijvoorbeeld een ‘Biological Market Bookstore’, waar je naast biologische producten nu ook boeken kan kopen. Verwonderd lees ik dat Obidos een vijftal jaar geleden zelfs uitgeroepen werd tot ‘City of Literature’. Enige zin tot toeristische profilering zal daar niet vreemd aan geweest zijn, denk ik. Maar het plaatje klopt wel: dit slaperige dorpje is de perfecte plek om je terug te trekken met een boek voor een uitgebreide sessie ‘Slow Reading’.
Comur – A Conserveira de Portugal: een winkel die sardines in schattige kleine blikken verkoopt – tegen pittige prijzen.
Proef de plaatselijke ginja
En ook de titel ‘Stad van de Chocolade’ lijkt Obidos met plezier te dragen. Maar vergeet zeker niet die andere lekkernij, de ginja die je overal kan proeven. Deze typische kersenlikeur smaakt zo zoet dat je direct een flesje mee naar huis neemt. Ook typisch is de manier waarop de ginja wordt geserveerd en gesmaakt: in een kopje van de zwartste pure chocolade. Na je drankje opgeslurpt te hebben, verorber je gewoon het kopje. Een super-geslaagde combinatie voor zoetekauwen, voor weinig geld. Moet je echt proberen!
Bewonder het eindeloze aquaduct
Dat de Romeinen een nederzetting bouwden bij het huidige Obidos, was al duidelijk. Er zijn zelfs resten van een forum en Romeinse baden in de buurt gevonden. Als we Obidos verlaten, doet het aquaduct me er onmiddellijk aan denken. Maar dit is jammer genoeg een veel jongere versie – uit de 15de eeuw. Vreemd toch hoe een klein dorp doorheen de eeuwen kan evolueren van voorstedelijke Romeinse nederzetting over strategische vestingstad tot slaperig gehucht. Alles is relatief.
en … ontspan je op het strand van Foz do Arelho
Als we in noordwestelijke richting naar de oceaan rijden, ontdekken we de lagune van Obidos. Een uitgestrekte watervlakte, ondiep en veilig om te zwemmen, in vergelijking met de woest beukende oceaangolven. Na al dat slenteren en flaneren in de hellende straatjes de ideale plek dus om een frisse duik te nemen. En op adem te komen bij het strand van Foz do Arelho dat de lagune met de zee verbindt. Toevallig ook een uitstekende plaats voor een heerlijke zeevruchtenschotel en verse vis, of wat dacht je? 🙂
Ook leuk om te lezen:
Je maakt me wel weer lekker met dit reisverslag. Eigenlijk best gemeen, nu er van dat reizen voorlopig niks komt.
Ik zag het eerder als wat perspectief geven Toos! ;D
Wat ziet dit er uit als een heerlijke plek! Ik heb hem meteen op mijn bucket list Portugal gezet 😉 Die smalle straten met die trappen en die kleurrijke tegels zijn zo mooi!
Om instant goedgehumeurd van te worden, niet😃?
Wat ziet het er daar tof uit joh! En ik moest wel even lachen om het eindeloze aquaduct 😉
Heel gezellig stadje! Ik wou dat ik er nu was :D!
Vorig jaar voor de tweede keer daar geweest. Echt zo mooi daar
Heel gezellig en prachtig gelegen hé!Wij vonden het ook erg prettig daar! 🤩