Lago di Braies: paradijs ondanks de toeristenstroom?

Het turquoise Lago di Braies (= Pragser Wildsee) in Zuid-Tirol is wereldberoemd. Sinds het fungeerde als decor in de succesvolle Italiaanse TV-serie “Un  passo dal cielo”   (°2011, 7 seizoenen, tot in 2023!) en enkele jaren geleden uitgeroepen werd tot het meest romantische meer van Italië, is het enorm populair bij toeristen. Is het dan nog de moeite om ernaartoe te gaan of is het een ‘Paradise Lost’ waar je beter wegblijft? Dat lees je in dit artikel.

Val Pusteria

Je vindt het befaamde Lago di Braies op zo’n 1500 meter hoogte in de Braiesvallei, een uitloper van de Val Pusteria/ het Pustertal  in de Noord-Italiaanse Dolomieten. Voor wie de streek kent: vlakbij de Oostenrijkse grens – reken een kleine 100 kilometer van Bolzano. En laat ons nu net gelogeerd zijn in de Val Pusteria, op amper 10 kilometer van het  vermaarde meer. Het zou dan simpelweg idioot zijn om niet eens persoonlijk poolshoogte te gaan nemen, toch?

In het hotel huren we stante pede een e-bike waarmee we in een wip aan de oevers van het 31 hectare grote meer zullen staan. Valt het tegen, dan hebben we toch een leuk fietstochtje gehad. Want de fietsinfrastructuur is hier best verzorgd, met vaak gescheiden routes voor auto en fiets. Het Lago di Braies is bovendien ook een ideaal vertrekpunt voor wandelingen in het natuurgebied van de Croda del Becco/ Seekofel (2810meter).  Het is ook één van de grootste natuurlijke reservoirs in de Dolomieten. Redenen genoeg dus voor een ommetje. Zonnebril op, waterflesjes in de rugzak en hupsakee, de fiets op.

Yihaa!

Met de fiets naar Lago di Braies (1)

Het zonnetje schijnt,  de route is vlak (volgens de hoteleigenaar) en de lucht is blauw. So far so good. We zijn gewaarschuwd dat het erg druk kan zijn aan het meer, dus we moeten ofwel onmenselijk vroeg ofwel in de late namiddag het meer bezoeken. We kiezen voor het laatste en malen eerst nog wat kilometers door de mooie Pustervallei om uitgebreid te genieten van het landschap en een rist pittoreske dorpjes als Niederdorf, Dobbiaco en San Candido/Innichen. Tussendoor pikken we dan nog fluks het Lago di Dobbiaco/deToblacher See mee. Van daar maken we dan een lus naar het Lago di Braies. We zijn echter nog maar net bij het Lago di Dobbiaco of de lucht begint te betrekken. In een mum van tijd barst er een joekel van een onweer los.

Het vervolg laat zich raden. Kort samengevat: ondanks de bliksem en hevige rukwinden slagen we erin om veilig het hotel te bereiken waar we de druipnatte kleren  van ons lijf pellen, heerlijk warm douchen en de voetjes onder tafel schuiven. Christof, de hoteleigenaar, heeft zo’n medelijden met zijn doorweekte gasten dat hij de fietsen voor de volgende dag opnieuw reserveert. Gratis.

Met de fiets naar Lago di Braies (2)

Het zonnetje schijnt,  de route is vlak en de lucht is blauw. We hebben ons lesje geleerd en zetten nu rechtstreeks koers naar Lago di Braies.  Langs frisgroene velden peddelen we goedgemutst de bergen in. De temperatuur bedraagt een prettige 25 graden.  Maar het lijkt alsof de duivel ermee gemoeid is. We hebben nog geen halfuur gefietst of… we zien de bui al hangen.

Maar wie weet, trekt ze wel over?  Recht voor ons kleurt de lucht jammer genoeg steeds donkerder. Als ook de eerste bliksemschichten flikkeren, verlaten we het open veld om te schuilen in het gehucht Ferrara /Schmieden. Want waar zijn onze regenjasjes? In het hotel gebleven natuurlijk.  Volgens de buienradar zal het onweer zo’n drie kwartier duren. En we weigeren koppig rechtsomkeer te maken. Dus we nemen een uitgebreide rustpauze.

En avant

En effectief: drie kwartier later kunnen we weer op pad. Helderblauwe hemel, aangename temperatuur, schijnbaar niets aan de hand. Alleen in de verte horen we het nog rommelen. Richting Lago di Braies. Duimen maar dat het onweer niet blijft hangen tussen de bergtoppen.

Fijne route

De route is gevarieerd en het wegdek gaat van asfalt over in grind als we in een meer bosachtige omgeving terechtkomen tussen Schmieden en San Vito. Er zijn wat kleine hellingen, en we fietsen dapper door een klein beekje dat de weg kruist. Boomstammen liggen te drogen in de zon, beekjes ruisen, en omgeven door donkere dennen klimmen we geleidelijk omhoog. Tot we in de buurt van San Vito de boswegel verlaten en op de baan naar Lago di Braies komen. De baan die van 10 juli tot 10 september elke dag tussen 10 en 16uur afgesloten wordt voor auto’s.  Als er zo’n maatregelen worden genomen, dan weet je ook hoe laat het is.

Parking 1 2 3

We zijn niet de enigen met de fiets. Maar oh boy, zijn wij blij met onze e-bike. De weg is allesbehalve ‘vlak’, integendeel, de laatste 2 kilometer krijgen we te maken met een stijgingsgraad tussen 10 en 15%. Ik krijg op staande voet ontzettend veel respect voor de renners die de cols in de Ronde van Frankrijk beklimmen. En ik begrijp nu maar al te goed waarom het ritje van 10 kilometer een uur in beslag neemt.

Tijdens de klim stoppen we even om wat water te drinken en met veel medelijden – en een ietsiepietsie leedvermaak –  zien we hoe ‘gewone’ fietsers nauwelijks vooruit geraken op  de steile helling.  Wegwijzers naar ‘Parcheggio 1’ en ‘ Parcheggio 2’ kondigen ondertussen het naderende doel van onze rit aan. Want je kan voor het meer online een autoparkeerplaats boeken  – tegen betaling en met aankomst voor 10uur en vertrekken na 16uur, welteverstaan. Het aantal parkeerplaatsen is beperkt en ben je er niet snel genoeg bij, dan kan je het vergeten voor die dag. Er is wel openbaar vervoer(een bus) naar het meer. Goedkoop, maar niet altijd praktisch, hoorde ik.  Vooral niet bij de terugkeer. Want wat gebeurt er  als  op het einde van de dag een massa mensen zowat tegelijkertijd willen vertrekken? … Je kan het je voorstellen, denk ik. Maar vooruit, alle info over het vervoer vind je hier.

Fietsen stallen

Als we Parcheggio 3 bereiken, zijn we gearriveerd bij het bekende (en enige) hotel Lago di Braies met ernaast een toeristische chalet annex winkel. Nog geen glimp van het meer (dat gratis te bezoeken is). Wel een massa fietsen. Een beetje huiverig stallen we onze elektrische huurfietsen ertussen. Een slot kregen we niet mee wegens ‘overbodig’ volgens de hoteleigenaar, er wordt hier niet gestolen.  Later blijkt dat inderdaad te kloppen. Twee dure gravelbikes 3 uur zonder slot op een openbare plek laten staan – in Leuven moeten we het niet proberen.

Een rondje Lago di Braies: aanschuiven bij het turquoise paradijs

Links van het hotel staat een donkerhouten hek. Schittert er daarachter iets van blauw? Struikelend over onze voeten haasten we ons naar binnen.  Daar is het dan, het doel van onze tocht. In tinten van melkwit en turquoise strekt het meer zich voor ons uit, omringd door zwartgroene dennen en het ruwe silhouet van de omliggende bergen. De topper is het silhouet van de Seekofel. Het geheel is toch wel een plaatje. Of wat denk je ?

Bootjesbusiness

Achter het hek: het boothuis en het meer. Op de steiger van het charmante houten boothuis staan een aantal bezoekers aan te schuiven om een bootje te huren.

Bootje varen is hier wel een dingetje.  Met je eigen boot mag je dit natuurgebied niet betreden, dus wie wil varen moet er een huren. Dat kan van mei tot november elke dag tussen 9 en 17uur. Afhankelijk van hoe exclusief je je trip wenst, betaal je 15 euro per persoon voor 45′  varen (in een boot met 5 andere bezoekers) tot 400 euro om de locatie voor jezelf te hebben voor de  start van de verhuur ’s ochtends (dan zijn er wel twee boten inbegrepen). De goedkoopste tickets moet je vooraf boeken en daarna schuif je ter plekke aan tot er een bootje vrij komt. Weer of geen weer.

Toch nog zin om alle regels te doorploegen en een bootje te matsen? Check dan deze website.

Wandellus

Geef mij dan maar de tocht langs de oever van het Lago di Braies! Rondom het meer slingert zich een pad van zo’n 3.5 km. Maar je doet er gemakkelijk anderhalf uur over.  En dan hoef je echt nog niet veel foto’s te nemen :). Het pad stijgt en daalt, tegen de rotsen aan zijn er (soms steile) trappen. Met een rolstoel of een kinderwagen is het niet haalbaar om de hele lus te maken, maar het strand bij het kerkje aan de rechterkant van het meer is wel bereikbaar. Het meer is zo’n 1.2 km lang en 400 meter breed. In tegenstelling tot het Lago di Carezza, zijn er hier wel verschillende witte kiezelstrandjes en je kan ook gewoon in het meer zwemmen. Of verkleumen. Zelfs op een warme dag is het water eerder frisjes.

Fotootje?

Als wij aan de wandeling in wijzerszin beginnen, is het smalle pad bij het boothuis zompig en ook best druk. Regelmatig versperren fotograferende groepjes vrienden en familieleden de doorgang die maar één persoon breed is. Dan is het wachten tot alle selfies genomen zijn en iedereen zijn weg kan vervolgen. Niet echt prettig, maar na een tijdje wordt het pad wel breder en daar verspreiden de bezoekers zich. Oef.

Desalniettemin is het uitzicht op het meer natuurlijk prachtig. Je geraakt niet uitgekeken op de schitterend blauw-groen-turquoise kleur. En dan die Seekofel met zijn puinlawine die zich vanuit sommige hoeken geweldig spiegelt in  het meer! Begrijpelijk wel dat velen zich aangetrokken voelen tot deze bijzondere plek. De wandeling is bovendien enorm gevarieerd, met  een wisselend landschap , steeds wisselende uitzichten op het meer en de bergen en een steeds veranderende lichtinval. Een feest voor het oog. Ook het pad varieert: van  schaduwrijk tussen de dennen, over zonovergoten langs een keienstrand of glibberig op de trappen uitgehakt in de rotswand.

prachtige en gevarieerde wandeling

Storm en picknicken

Aan de overkant van  meer, tegenover het hotel, is  er een groter strand en een schaduwrijke zone waar je kan picknicken, spelen of gewoon ontspannen. Er zijn ook toiletten. Toeristische infrastructuur? Check. En alles wordt goed onderhouden.  Continu. Dat merken we aan het geronk van kettingzagen: snel opgetrommelde werklui zagen pas ontwortelde bomen in stukken om het pad terug vrij te maken. Zo onschuldig was dat onweer dus ook weer niet.

Witte rotsstrandjes aan de voet van de Seekofel weerkaatsen in het meer.

Nooit alleen

Uitzonderlijk mooi is de natuur hier dus zeker, maar je ervaart maar heel zelden de rust die zo’n plekken uitstralen. Tijdens de wandeling zijn er continu mensen voor of achter ons, soms verderaf, soms dichtbij, honden blaffen, kinderen zeuren, … dus ‘alleen’ ben je hier maar heel soms. Het is  gelukkig nooit over de koppenlopen – dat kan natuurlijk ook te maken hebben met het onweer dat nog maar net voorbijtrok en ook deze plek een flinke beurt heeft gegeven.  Het pad is soms zompig, soms glibberig. Maar tegen het eind van de lus is het dan weer breed en zelfs een stukje verhard.

Taartje op het terras

Als we uiteindelijk de lus hebben afgewerkt, kunnen we wel een kleine versterking gebruiken. Bij het pittoreske kerkje langs de oever ontdekken we een cafetaria met een ruim terras dat grenst aan het keienstrand. Het loopt tegen 16u. We bestellen nog snel een stuk Sacher Torte  want er worden al aanstalten gemaakt voor de opruim.  Op het moment dat we ons glimlachend installeren – met zicht op het meer – vallen de eerste druppels…! De taart wordt snel binnengeschrokt (zonde!), met het betaalbewijs kunnen we nog gratis naar het toilet in de cafetaria – anders is het weer dokken – en dan gaat het in looppas naar de fietsen.

Het vertrek

Het is al snel duidelijk dat we opnieuw in een stortbui zullen terechtkomen, dus we snorren de laatste regenponcho’s (knalgeel en dus uiterst zichtbaar) op in de toeristenshop  en springen in het zadel.  Tegen een ijzingwekkende snelheid donderen we de steile weg af, naar beneden.  De  eerlijkheid gebiedt me te verklappen dat ik de helft van de tijd mijn remmen indruk uit angst tegen te grote snelheid de bochten in te gaan (en tegen de vlakte te vliegen).

Het wegdek is nat,  maar zelf blijven we grotendeels droog dankzij de geweldige plastic poncho’s. Echt! Koud is het allerminst en het blijft bij een stevige regenbui, dus geen onweer – derde keer, goede keer.

Terug thuis in Taisten

We komen vlot aan in onze logeerplaats Welsberg-Taisten (Monguelfo-Tesido) en fietsen louter voor het plezier nog even de heuvel op waar het kasteel  van ‘ons’ dorp staat. Het 12de eeuwse Schloss Welsperg was 800 jaar lang eigendom van de Heren van Welsberg en is ook nu nog in privé-handen. Voldaan blikken we neer op het het dorp en terug op de dag.

Is Lago de Braies een paradijs? Neen, ongerept is het zeker niet meer. Het dichtbij-de-natuur-gevoel had ik er niet echt. Is het de moeite om ernaar toe te gaan? Ja, zeker wel,  de omgeving is buitengewoon schilderachtig. Als je je verwachtingen bijstelt en een rustig moment buiten het hoogseizoen kiest, is dit een plek waar je zeker nog kunt genieten van de uitzonderlijke visuele pracht van een ooit idyllisch meer in de Dolomieten.

Toch ook nog een selfie…

Ook leuk om te lezen:

2 thoughts on “Lago di Braies: paradijs ondanks de toeristenstroom?

Altijd fijn om je reactie te lezen: