Op zoek naar een gezellige B&B op mensenmaat in hartje Gent? Wij vonden een comfortabele en rustige kamer in B&B Petit Prince in de Rabotstraat.
Tijdens een citytrip leg je vaak massa’s kilometers af en word je overspoeld door ontelbare indrukken. Een rustige verblijfplek is dan een absolute meerwaarde. En al helemaal als er ook een tuintje bij hoort. Daarom: hier meer over ons verblijf bij de ‘Kleine Prins’ in een historische wijk van Gent.
Naar de Rabotstraat
Meestal komen we via het Zuiden Gent binnen: het Sint-Pietersstation, het Citadelpark met het SMAK, het Sint-Pietersplein… allemaal tamelijk bekend terrein voor verder Gent-onkundigen. Maar deze keer verblijven we dus in het noordwesten van Gent, in het Rabot. Vreemde naam, die blijkt te verwijzen naar een sluisconstructie op de rivier de Lieve even verderop. En naar het het gebouw-met-torentjes dat de sluis moest verdedigen. Tot daar de naam van de straat en de wijk.
Dankzij de GPS vinden we zonder problemen de juiste weg – zelfs in een context van vernieuwde circulatieplannen en lage emissiezones. Al moeten we toegeven dat we vlot een dik uur langer deden over de afstand Leuven-Gent dankzij de files op de Brusselse ring. Knap vervelend als de gastvrouw ondertussen op je zit te wachten! Gelukkig komen we na 4 extra-sms’en veilig aan in de verrassend rustige buurt waar Le Petit Prince huist. Een parkeerplaats vinden we vlotjes op straat – echt waar. Maar je kunt ook via de B&B een plek huren.
De eerste indruk van de straat is wat groezelig: de bushalte voor de deur van Le Petit Prince en de achtergebleven vuilniszakken zitten daar zeker voor iets tussen. Het huis op nummer 41 zelf ziet eruit als om door een ringetje te halen . En we zijn al direct gecharmeerd door de oude houten winkelvitrine. Want dit was vroeger een bakkerij, met winkel aan de straatkant. Nu brandt er in de etalage een kunsthaard en staat de chesterfield al klaar.
Ontvangst in B&B Petit Prince
Polo ontvangt ons enthousiast. Eigenlijk heet ze Marie-Paule. Maar in een gezin met vier kinderen: Marie-Paule, Marie-Christine, Marie-Catherine en zoon Paul werd ‘Marie-Paule’ al snel afgekort tot het vlotte ‘Polo’. Onze gastvrouw neemt ons mee de trap op naar de smaakvol ingerichte keuken annex ontbijtkamer. Daar krijgen we direct een kopje koffie. Met super-lekkere versgebakken rotsjes van luxe- bakkerij Paul van op de Vrijdagmarkt in Gent . Polo weet hoe ze gasten moet ontvangen! We warmen helemaal op terwijl we keuvelend uitkijken over het stadstuintje een verdieping lager.
Logeren bij de Kleine Prins
Na het verhaal over de verbouwingen die best wel pittig waren en enkele jaren in beslag namen, leidt Polo ons door een smetteloos witte gang naar onze kamer op het gelijkvloers. Sober en eigentijds, met oosterse accenten. Ik denk even terug aan ons bezoek aan Marrakech. In de details toont zich hier de meester. Het frisse water dat klaarstaat, de keramieken wasbakken, de leuke kapstokjes. Als bij toeval matcht de kleur van onze kleren ook perfect met de groenblauwe accenten in het interieur 🙂 Het oog wil ook wat, niet?
Binnentuin
Het leukst is natuurlijk het uitzicht op de stadstuin, waar onze kamer rechtstreeks op uitgeeft. Heerlijk om een frisse neus te halen. In de lente en zomer moet het zalig zijn om hier op adem te komen en te genieten van het vogelgekwetter. Neerklapbare luikjes zorgen voor privacy want ook een andere gelijkvloerse kamer grenst aan de tuin. Dat de oude houten vloer kraakt als er boven ons iemand beweegt, moeten we erbij nemen.
Ontbijt
’s Ochtends zorgt Polo’s man Guy voor het ontbijt. Hij verklapt ons zelfs het recept van de overheerlijke citroen/peer/gember-confituur. Want als scheikundig ingenieur weet hij ook zijn mannetje te staan in de keuken, als het op combineren van smaken en hoeveelheden aankomt. Het fijnste omeletje komt van Guy, dixit Polo.
Petit Prince in het Prinsenhof
“B&b Petit Prince” ? Ik dacht onmiddellijk terug aan de lessen Franse literatuur tijdens mijn schooltijd toen ik de naam voor het eerst hoorde. Maar ik zat er helemaal naast, de B&B verwijst naar een andere kleine prins. Niet verwonderlijk, want honderd meter verderop is er ook een Prinsenhofstraat. Even de teletijdmachine in…
Prinsenhof
Ooit vormde het gebied tussen Rabotstraat, Begijnhof, Brabantstraat en de Lieve het domein Hof ten Walle van ‘Ser'(ridder) Alexander Braem, een rijke lakenkoopman. Het doodlopende straatje ‘Sanderswal’ verwijst hier nog naar. In de 14de eeuw eiste graaf Lodewijk van Male het uitgestrekte ‘Sanders wal/Hof ten Walle’, een reusachtig ommuurd domein van zo’n kleine 2 ha, voor zichzelf op. De graaf wist wel waarom… Hij vond het Gravensteen wat oud en krakkemikkig (toen al!) en gebruikte het alleen nog als werkplek. ’s Avonds zat hij liever thuis, in het luxueus verbouwde kasteel van Hof ten Walle, met zijn 300 vertrekken, boomgaarden, slotgracht en siertuin. Daar werd in 1500 ook een kleine prins geboren, die het later zou schoppen tot keizer (Karel). Vanaf toen werd het goed ‘Prinsenhof’ genoemd. Om maar te zeggen: B&B Petit Prince heeft niets te maken met Antoine de St. Exupéry, wel alles met onze vaderlandse geschiedenis.
Industrialisatie en historische woonwijk
Het volledig ommuurde Prinsenhof raakte in verval en maakte eeuwen later plaats voor de textielindustrie met zijn spinnerijen, weverijen, katoendrukkerijen en andere fabrieken. Het gebied werd een arbeiderswijk, die ons nu verrast met haar netwerk van ongelooflijk rustige middeleeuwse straatjes. Bovendien spotten we een heleboel huizen en locaties met een verhaal. Check de oude kloosters, kuier door het begijnhof, zoek vanop de Keizer Karel Brug van Walter De Buck en zoon het Rabot op de Lieve. In de buurt ontdekken we het Arca Theater en de Tinnen Pot en in een wip staan we bij het Gravensteen in hartje Gent.
Kortom: de B&B is een comfortabele plek in een kalm stukje van Gent waar elke steen wel een verhaal vertelt. Jammer genoeg zijn er veel historische gebouwen verdwenen. Maar Petit Prince is door zijn ligging ook een prima uitvalsbasis om zonder al te veel inspanning de Gentse historische klassiekers die nog overeind gebleven zijn te herontdekken: het Gravensteen, de oude Vismijn, de Vleeshalle, het Belfort, …
Lunchen in de buurt
Het centrum van Gent bulkt van de fijne lunchadressen, ik schreef er vroeger al eens een artikel over. Wij gingen voor een snelle en gezonde hap langs bij Le Botaniste (Hoornstraat 13). ’s Avonds dineerden we in Yalo Boutique Hotel (Brabantdam 33, dus wel wat verder stappen).
Na ons bezoek aan het Gravensteen versterkten we de innerlijke mens met smeuïge zoetigheden bij Julie’s House (Kraanlei 13). Een absolute aanrader!
Doen in Gent
Tot slot nog enkele klassieke tips voor het hart van Gent:
- de oude Vismijn, de Vleeshalle (in 2021 in de steigers voor restauratie), het Gravensteen (bezoek met audiogids is de moeite!)
- de Korenlei en het Belfort
- de moderne (en gecontesteerde) stadshal,
- Sint Baafskathedraal met Jan Van Eycks magistraal kunstwerk Het Lam Gods, de Sint-Niklaaskerk, het Duivelssteen
- het graffitistraatje (Werregaren)
- het Designmuseum
En als je verder doorwandelt :
- architectuurprijswinnaar bibliotheek De Krook,
- kunstencentrum de Vooruit
- de pas gerestaureerde Boekentoren (Henri van de Velde)
- het stadspaleis Steenhuyse d’Hanens
Er is nog zo veel meer in Gent te bewonderen. Een perfect excuus voor een citytrip!
Praktische info:
B&B Petit Prince, Rabotstraat 41, 9000 Gent 0497 48 40 85
Ook leuk om te lezen
Blij dat jullie zo genoten hebben en ik was helemaal vergeten die B&B van Polo is (sympathieke madam)
O ken je haar?
Ze verkocht vroeger kinderkledij (waarvan deels uniform) in een mooi herenhuis vlak bij de Vrijdagsmarkt en ben daar nog aantal keren geweest voor Maya. Was altijd fijn babbelen met haar 🙂
Wat is de wereld toch klein :)!