Hoe was het om in de middeleeuwen als arme in een ziekenhuis te belanden? Daarvan krijg je een idee in het middeleeuwse hospitaal van Onze-Lieve-Vrouw met de Roos in het Waalse Lessines. Het knap gerestaureerde kloosterhospitaal met hoeve en kruidentuin bevindt zich middenin de stad. Ooit brouwden de kloosterzusters hier hun wondermiddel Helkiase tegen zweren en huidziektes. En de hele streek in de uithoek van Henegouwen vlakbij Geraardsbergen kreeg faam dankzij de teelt van kruiden en geneeskrachtige planten. Een stukje minder bekend België om te ontdekken!
Imponerende architectuur
Als we door de smalle straatjes van het stadscentrum van Lessines richting kerk rijden, kunnen we er niet naast kijken. Vlak naast de Dender doemt een reusachtig pand op, met aansluitend een knoert van een witte vierkantshoeve. Het hospitaal van Onze-Lieve-Vrouw met de Roos brandt zich onmiddellijk op ons netvlies. Wat een gebouw! Het ritme van de vele ramen en houten luiken, de combinatie van gotiek- en renaissance-elementen, het oogt allemaal harmonieus. De vier mooi gerestaureerde buitengevels (gebouwd en verbouwd tussen 16de en 18de eeuw) verhullen voor de buitenstaander de kloostergang met binnentuin die het hart van het pand vormt. Dat de muren versierd zijn met grijze porfiersteen is logisch: de zusters haalden die rechtstreeks uit de nabije porfiergroeven.
Eeuwenoude gasthuisfunctie
Meer dan 700 jaar, sinds 1250, verzorgden de zusters hier armen en zieken. Het hospitaal sloot in 1940 en in 1980 verlieten de laatste zusters het klooster. De aanpalende witte hoeve was nog een boerderij-in-werking tot 1990. Dat is nu het cultureel centrum van Lessines.
N.B. Vlakbij is er ook nog een merkwaardig stukje industriële archeologie te bezichtigen: Le Truc, een oude stalen scheepslader die gebruikt werd om de zware porfiersteen te transporteren naar de schepen.
Kruiden
We wandelen de helling op, richting kerk, naar de toegangspoort van het hospitaalmuseum. De zon straalt en mijn blik wordt onmiddellijk aangezogen door de ommuurde kruidentuin. Vredig blinkt daar het groen/geel/wit van de planten en bloemen in de zon. Bij elke plant staat zijn geneeskrachtige werking uitgelegd. Ik wandel ontspannen tussen de eindeloze rijen kruiden door en laat me bedwelmen door geuren en kleuren. In de kleine serre is het bloedheet. En een niveau hoger bevindt zich, verborgen onder het groen, nog steeds de ijskelder waar volgens getuigenissen zelfs in augustus nog anderhalve meter Dender-ijs bewaard werd. Ooit erg handig voor compressen en frisse geneeskrachtige dranken.
Doordat het hospitaal zoveel nood had aan geneeskrachtige kruiden werden die in de regio ook volop gekweekt. De streek rond Vloesbergen kreeg zelfs een stevige reputatie wat betreft de teelt van medicinale planten. Met een beetje geluk ontdek je ook nu nog tussen aardappel- en korenvelden akkers vol engelwortel, Roomse kamille, kliskruid, heemst, munt, valeriaan, kaasjeskruid, koningskaars of papaver. In het juiste seizoen natuurlijk.
Het kloosterhospitaalmuseum
Het museum in het voormalige kloostergasthuis is best wel uitgebreid. De verschillende ruimtes beslaan zelfs 3 verdiepingen. Je maakt er kennis met verschillende aspecten van het leven in het kloosterhospitaal: het kloosterleven, de bereiding van medicijnen, het verzorgen van armen en zieken.
Kloosterleven
De stichtster van het armenhospitaal was Alix de Rosoit, de weduwe van Arnold IV van Audenaerde, heer van Lessines en grootbaljuw van Vlaanderen (13de eeuw). Met haar mans erfenis liet ze bedelende zieken en armen opvangen in een gasthuis gerund door kloosterzusters. De paus erkende het en maakte er een Augustinessenklooster(*) van. Een hele rij beroemde en rijke abdissen zwaaiden hier de scepter. Door de eeuwen heen verfraaiden ze het klooster en breidden ze het uit.
Kunst en kostbaarheden
Ze hadden dan wel de gelofte van armoede afgelegd, maar niets werelds was hun vreemd. Daarvan getuigen de kostbare meubels, het serviesgoed en de kunstwerken die ze meebrachten als bruidsschat. Bovendien verzamelden de zusters ook heel wat kunstwerken en kostbaarheden. We zien merkwaardige schilderijen zoals dat van Sint-Bernardus die de borst krijgt van de Heilige Maagd, of een afbeelding uit de 16de eeuw van een mystieke vrouwelijke Christus. In de refter worden we overdonderd door religieuze doeken waar telkens de ‘sponsor’ netjes onderaan erbij geschilderd is. Daarnaast is er een heleboel religieus edelsmeedwerk en in de bibliotheek lonken beroemde werken van Plantijn en Moretus.
Gelofte van armoede
Hier en daar worden de zusters echter bij de les gehouden, bijvoorbeeld door opschriften als :”Le plaisir de mourir sans peine, vaut bien la peine de vivre sans plaisir” in hun ziekenboeg. Benieuwd of dit voor iedereen in dezelfde mate gold. Ik twijfel eraan, als ik de twee gereconstrueerde kloostercellen zie. De ene erg sober en de andere …toch wat minder sober. Het rijk van de priores, met kostbare lambriseringen en meubilair is er ook beslist eentje om ‘u’ tegen te zeggen. En dat vensterraampje in haar bureau, dat bedoeld was om de aangrenzende ruimte te bespieden, wat moeten we daarvan denken? De kloostergang rond de binnenkoer is dan weer heel vredig en sfeervol. Ik hoor alleen het kwinkeleren van de vogels.
Kruiden, siropen, poeders en zalven
In vitrinekasten op de gang bulkt het van de doosjes, potjes en flesjes voor pillen, poeders en siropen die de zusters met kruidenaftreksels bereidden. Even verderop in de apotheek (19de eeuw) imponeren plafondhoge wandkasten met apothekerspotten en siroopkannen in glas of keramiek. Er zijn vijzels, weegschalen, een marmeren tafel waarop de zuster-apothekeres haar bereidingen prepareerde en een pillenplankje om pillen in zoethout te rollen of … te vergulden (Echt! Alleen op bestelling en voor wie het kon betalen).
NB. En wat de pestlijders betreft: de zusters weigerden die op te nemen in hun gasthuis. Hun taak was ‘enkel armoede en nood te verlichten’ .
Recepten en marketing
We zien oude ‘farmacopees’ (receptenboeken) die alle toen bekende remedies tegen ziektes, verwondingen of kwalen bevatten. Of het allemaal zo afdoende was, blijft een open vraag, als ik lees dat addervlees, opium en honing basisingrediënten waren voor een algemeen gebruikt middel tegen slangenbeten, buikpijn en …de pest! In latere tijden moest de zuster-apothekeres wel in de leer gaan bij de plaatselijke apotheker. Mogelijk na het plots uit de handel nemen van het wondermiddel Heliakase dat het gasthuis van Onze-Lieve-Vrouw met de Roos met veel commercieel inzicht zelfs internationaal in de markt zette. Leuk om zien wel, die merchandising voor Heliakase, het middel tegen huidziektes. Het was als poeder, vloeistof én zalf te krijgen. Er waren verhalen over wonderlijke genezingen. Jammer genoeg zat er kwikzilver in…met het gekende gevolg. Vanaf 1930 was het verhaal van Heliakase plots afgelopen.
Middeleeuws hospitaal
Dan is er eindelijk het hospitaal met de ziekenzalen. De barokke Sint-Augustinuskapel fungeerde eigenlijk als ‘spoedafdeling’. Zieken kwamen daar immers eerst binnen. Want ziek zijn werd gezien als een straf van God. Dus de zieken moesten biechten om hun ziel te ‘reinigen’. Anders kwamen ze er niet in. Nadien werden ze gewassen en kregen ze eten en een slaapkleed. En dan, hupsakee: naar de ziekenzaal.
De reeks houten alkoofbedden met de rode gordijnen in de eerste zaal oogt op het eerste zicht schattig. De werkelijkheid zal beslist minder rooskleurig zal geweest zijn: met drie zieken in zo’n bed! En dan behandelingen krijgen om de slechte lichaamssappen uit te drijven: lavementen, aderlatingen, braken… Dekens en gordijnen waren rood om eventuele bloedvlekken te camoufleren. Mijn fantasie slaat al op hol. En dat wordt er niet beter op als we in een vitrinekast allerlei medisch materiaal ontdekken – of zijn het marteltuigen? We horen dat het één van de zusters hier was die ontdekte dat het bij een amputatie beter was om eerst door de huid te snijden en dan pas de zaag boven te halen vor het bot . Too much information, wat mij betreft :).
‘Moderne’ ziekenzaal
De tweede zaal is van veel recentere datum en is veel herkenbaarder: individuele bedden, weg zijn de tinnen pispotten en schaaltjes, lage ramen laten overvloedig licht binnen, … een beetje fifties sfeer, maar het leunt toch al veel meer aan bij wat we nu kennen. Ik bedwing nog net op tijd de opwelling om in één van de antieke rolstoelen te springen. Overladen met indrukken begeven we ons naar de uitgang.
Mens sana in corpore sano
En zo loopt onze verkenning van dit eeuwenoude hospitaal ten einde. Onder de arcadebogen op het gezellige terras schijnt de zon. En aangezien we -ondanks ons ziekenhuisbezoek- een stevige trek hebben, schuiven we aan om de inwendige mens te versterken. Kwestie van ons lichaam goed te verzorgen.
(*) Voor de Leuvenaars:
Mooi logje. De moeite van het bezoeken waard!
Verrassende combinatie van erfgoed, kunst, architectuur… en een beetje bistronomie ook natuurlijk :D!
Inderdaad een heerlijke combinatie. Alweer eentje om te onthouden 🙂
Die tuin, dat gebouw, de collectie en dan de zon: dat was echt vakantie!
Alweer zo’n ‘ontdekking’ van jullie die ik op mijn lijstje moet zetten.
Wat is er toch nog veel moois te ontdekken hé Toos ! In de kunst en daarbuiten 😍!
Haha, het verbaast me dat jullie nog trek hadden na deze taferelen! 😉 Maar interessant stukje geschiedenis, mooi om te zien!
😀 Altijd wel zin in een lekker maal – Belgische Bourgondiërs, hè, door dik en dun :D!
Dit soort oude hospitalen en begijnhoven uit dezelfde tijd vind ik in België altijd zo mooi. Dit lijkt ook nog eens van binnen een interessante bestemming. Ik moet erg lachen om de reserve-ogen. Vandaag aan tafel stak onze oudste met een mes bijna in het oog van de jongste. Volgens haar geen probleem, dan nam je toch een reserve-oog. 🙂
;D Toch maar niet te enthousiast rondzwaaien met dat mes hè!
Ik was er ooit op een Open Dag, maar wat jij erover vertelt is rijkelijk beter. Jammer dat zo’n parel in een stadje ligt dat de indruk geeft op sterven te liggen. Alsof toerisme dat gaat redden. Ik zou er graag nog eens teruggaan, de Denderstreek is spannend. Je verwijzing naar Le Truc heeft weer een heel nieuwe wereld geopend. Bedankt !!
Fijn dat je het interessant vond. Lessines ligt wat geïsoleerd,maar er valt in de omgeving wel meer te ontdekken,denk ik. We hadden tijd te weinig om het oud-industriële verleden, de kruidenakkers of de geboorteplaats van Magritte te ontdekken en te bezoeken. Ik wil deze streek zeker nog beter leren kennen!