Een uitje in het weekend? ‘Laat ons eens gaan fietsen in het Pajottenland’, dachten we. En de Klara Kunst op de Kaart-fietsroute uitproberen. Want zeg nu zelf: een combinatie van actie, kunst en architectuur, dat kan toch niet tegenvallen? Dus we trokken vlotjesweg op de fiets door het Pajottenland.
Vlotjesweg
Onze 2 fietsen konden niet in de koffer, dus snel even de Pajotse fietsverhuur online gecheckt – en niet zo ver van de route, in Gooik, was ‘Fietsen De Spaak‘ open. Een telefoontje volstond om 2 fietsen te reserveren en binnen het uur klopten we aan bij De Spaak. Bucolisch gelegen tussen de glooiingen van het Pajottenland. Met ruimte om te picknicken. En een heleboel praktische tips van de verhuurders.
Ik las dat de route toch ietwat pittig was, dus we besloten om elektrische fietsen te nemen. Voor alles is er een eerste keer. Op dat moment hadden we nog geen idee dat dit de meest verstandige beslissing van de hele dag zou worden.
We kregen nog wat advies – en een fietstas- , kochten voor alle zekerheid een fietsknoopppuntenkaart van Vlaams-Brabant en ik liet me met veel moeite wegrukken van de schattigste ijskreembakfiets die ik ooit gezien had. Maar helemaal Klara Kunstroute -proof leek hij me uiteindelijk niet.
Klara kunst- en architectuurroute
Leuke route van zo’n 41 km. Normaal gezien start ze in Dilbeek, maar omdat wij vanuit Gooik vertrokken, gooiden we er fluks nog enkele elektrische kilometers tegenaan en sloten we in Lennik aan op de route. Vertrekkende van Fietsen De Spaak, konden we al direct in dezelfde straat ons motortje uitproberen! Naar Lennik bollen vlotte vervolgens als vanzelf. Wat niet gezegd kan worden van het vervolg van de route.
(Kunst en) architectuur op de fiets
We vonden na wat zoeken het juiste knooppunt en constateerden dat we al direct de hoofdprijs hadden afgeschoten met ons startpunt: bij knooppunt 17 zouden we de modernistische woning van dichter en schrijver Maurice Roelants kunnen spotten. Een klein hoeraatje popte op in mijn hoofd : literatuur én architectuur. Want als germanist-in-spe was ‘De jazzspeler’ verplichte lectuur aan de KULeuven – benieuwd hoe de woning van de auteur er dus zou uitzien ( Ik beken: de voyeurist in mij stak de kop op). En dankzij Stad&Architectuur had ik in Leuven al een renovatieproject van Willy Van Der Meeren kunnen bezoeken – wat me alleen maar respect voor deze architect bijbracht. Zijn tafeltjes en stoelen zijn nu vintage design. Dus super om nog een tweede ontwerp van hem te kunnen zien.
Alleen… “Wie de woning Roelants wil bezoeken, wijkt 2 km af van de route. Neem na knooppunt 17 eerst de Koestraat, die verandert in de Palokenstraat. Aan het einde van deze straat sla je linksaf in de Schapenstraat. Neem daarna de tweede straat links: de Oude Brusselsestraat. De woning ligt ter hoogte van de Oude Brusselsestraat 15 ” ( uit de routebeschrijving). De woning lag zo ver van het knooppunt dat we eerst veronderstelden dat we verkeerd gereden waren. We reden terug. Toen bleek dat we oorspronkelijk toch juist zaten. We keerden weer. Maar de weg was opgebroken. We reden verder. Klimmend en dalend. Vooral dat eerste. De weg gevraagd. We reden verder. Uiteindelijk: huisnummers tellen. In een straat te midden van de velden ben je niet zo snel aan 15, dat kan ik je verzekeren. En het was érreg mooi weer en 15 uur in de namiddag. Blij toe dat we uiteindelijk de woning zagen! Heel bijzonder en erg rustig gelegen.
Traag maar zeker
Een blik op de route maakte duidelijk dat we de hele weg (opnieuw) terug moesten (vier keer dezelfde weg dus – en zeggen dat ik bij de scouts ben geweest!) om weer bij knooppunt 17 uit te komen. En nog verder terug, naar Lennik (waar we vandaan kwamen) om knooppunt 24 – richting kasteel van Gaasbeek – te vinden. We hadden al snel 15 km in de benen voor we bij het tweede knooppunt van onze route aankwamen.
Met de nodige ups en downs en prachtige landelijke vergezichten passeerden we het kasteel. Het kunstwerk van Christian Lapie (waarvoor je weer ‘eventjes’ de route moest verlaten) sloegen we maar over. Het kasteel van Gaasbeek hadden we vroeger al gezien, dus een blik uit de verte was genoeg. Want we wilden vooruit. Of liever nog: iets drinken. In de streek van de geuze, kriek en lambiek. Maar onszelf kennende: eerst zorgen dat we 3/4 de van de route achter de kiezen hadden, want één keer je in zulk prachtig zomerweer op een terrasje zit…
Elektrisch fietsen met ups en downs
De namiddag vorderde, de tijd vloog. Architectuur hadden we al gezien, de natuur onderweg was prachtig, de route gevarieerd, de dorpjes pittoresk. Alleen de kunstwerken…je moest bijna elke keer flink van de fietsknooppunten afwijken. En regelmatig precies hetzelfde traject terug doen. Tel daar het tijdstip en het zonnige zomerzonnetje bij… en je begrijpt dat we heel wat kunst gewoon oversloegen.
Uiteindelijk fietsten we vanuit het allerlaagste punt in Dilbeek helemaal naar boven, naar het brutalistische cultuurcentrum De Rand en de verrassende modernistische architectuur van Carlos Arroyo die de gevel van de Academie doet dansen en bewegen. Heel mooi hoe je langs de ene kant de vrolijke kleurstroken (naar een schilderij van Hoppenbrouwers) ziet, terwijl, als je van de andere kant komt, het gebouw lijkt op te gaan in het bos errond. Een verfrissing voor het oog, maar onze tong was een leren lap. Toch maar geen terrasje, want we zaten nog niet in de helft van de route. We beten op onze tanden en prezen onze e-bike.
Schepdaal boven Brussel
We bleven kilometers en hellingen vreten – of hadden althans dat gevoel :). Ondertussen waren we al erg dicht Brussel genaderd. En dat leverde verrassende beelden op. Vlakbij de hoofdstad grazen de koeien met op de achtergrond het decor van het justitiepaleis en de wolkenkrabbers.
Maar de honger begon te knagen. En via de fietsverhuur hadden we een tip gekregen: ‘De Rare Vos ‘ in Schepdaal. Die was blijven hangen natuurlijk. Een blik op de route , het feit dat we nog ten noorden van de E40 zaten een blik op de klok : 18:30 uur, zorgden ervoor dat de plannen plots omgegooid werden: de kortste weg naar de Rare Vos, please.
Het land van Breughel
Onderweg wierpen we een zijdelingse blik op de Pajotse brouwerijen. En kregen we visioenen van rijkgevulde bourgondische tafels en pensenkermissen in het land van Breughel. Zo arriveerden we in Schepdaal. Waar alles dicht was. We troostten ons met een stop bij het romantische plekje aan de watermolen. Maar romantiek stilt de honger niet.
We rondden onze fietslus terug af in Lennik, waar het Brabantse trekpaard ons de weg wees naar een heerlijk terras. Tussen de netjes opgefriste zaterdagavondbezoekers ploften we ons neer. Bezweet, hongerig… maar gelukkig. Een heel mooi stukje België ontdekt. Met tussenin een architecturale of kunstzinnige parel.
De Klara kunst-en-architectuurfietsroute? Echt afgewerkt hebben we die niet. Zelfs niet half. Eigenzinnige mensen die we zijn :). We reden onze eigen route. Van al gauw zo’n 65 km. Op een zwoele zomerzaterdagnamiddag en – avond. In het toch wel stevig glooiende Pajotse land. Mijn conclusie: leve de e-bike!
Anders was er geen sprake van ‘Vlotjesweg op de fiets door het Pajottenland’.
Ook leuk om te lezen:
Een mooie fietstocht, beslist de moeite!
Altijd leuk, buiten zijn en fietsen! <3
Amai, leuk maar ook wel afzien. Inderdaad een geluk dat je voor een e-bike ging 😉
Ik fiets nochtans altijd zonder motortje :D. Maar nu… was het bijzonder welkom :D!
Wat een geluk dan, zo’n elektrische fiets. Het klinkt niet gemakkelijk, maar het ziet er wel mooi uit allemaal!
Ja, klopt! Was de moeite, maar toch ook wel een stevig ritje :)!
Ik moest even op Google opzoeken waar Pajottenland ligt, hoor 🙂 Maar een mooie route hebben jullie gefietst!
Kan ik me voorstellen:) Ook in België kent niet iedereen het!