De afgelopen maanden trok ik enkele keren de taalgrens over om te genieten van de weidse Waals-Brabantse velden en hun schitterende historische vierkantshoeven. Ik vertelde al over het charmante dorpje Nodebais en de abdijhoeve van La Ramée. Maar nog niet over onze tocht in de buurt van Gottechain. Dit dorpje van een voorschoot groot is nochtans ideaal als vertrekpunt voor een ontspannende wandeling in de streek. Het gehucht bulkt van de oude hoeves – en onvermijdelijk dus ook van de uitgestrekte akkers en weilanden. Tel daar nog wat glooiende holle wegen en knalgroene bosjes bij en je hebt de perfecte plek om je fysiek uit te leven en mentaal tot rust te komen. Behalve als je achteraf met de auto verzeild geraakt in die schijnbaar eindeloze velden. Kortom, het verhaal van onze kennismaking met en (dwaal)tocht in en rond Gottechain.
Inhoud
Dorpsgezicht
Maar laat me beginnen bij het begin. Mijn zus tipte me de streek van Bossut-Gottechain, dus we bolden fluks met de auto van Leuven via de Naamsesteenweg en het Meerdaalwoud naar het centrum van Gottechain. De kerk wenkt je al van ver. Tijdens onze rit naar boven raakten we even verstrikt in een wirwar van smalle straatjes, maar na wat zoeken vonden we een klein plein (enigszins hoogdravend ‘ Place de Gottechain’ genoemd) onderaan de kerk waar je kon parkeren. Letterlijk onderaan, want de 19de eeuwse kerk torent hoog boven het dorp uit. De 43 traptreden zijn geen lachertje voor kerkgangers die niet goed te been zijn!
Rond de kerk
Maar gelukkig (en logisch) bleek er ook een pad om de kerk heen te lopen. Heel oud is de kerk, gewijd aan de heilige Remaclus, stichter van de abdij van Stavelot, dus niet. Alhoewel prehistorische tumuli en een Merovingisch grafveld bewijzen dat deze streek toch al vroeg bewoond moet zijn geweest. Maar met zijn 300 inwoners blijft Gottechain alleszins een rustige plek. En ook vrij van massatoerisme. Al is de streek wel populair bij wandelaars en ruiters.
Het kerkhof bevindt zich nog, zoals dat vroeger de gewoonte was, rond de kerk. Het lijkt alsof de tijd hier heeft stilgestaan.
Tegenover de kerk valt er op het plein ook een bijzonder huis op, met een Mariabeeld boven de deur. Dacht ik. Als ik dichterbij kom, blijkt het een mannelijke heilige te zijn: de heilige Karel-Borromeus waakt hier nog streng over wat vroeger de Gottechainse meisjesschool was.
Schuilkelder
En verder blijkt dit ingeslapen dorp nog een verrassend geheim te verbergen: aan de voet van de kerk leidt een wat verborgen trap naar een onderaardse gang. Die geeft toegang tot een heuse atoomschuilkelder! Gebouwd tijdens de Koude Oorlog. De militaire luchtmachtbasis van Beauvechain ligt immers vlakbij en de streek was daardoor tijdens de Tweede Wereldoorlog regelmatig het doelwit van bommenwerpers. Je kan maar beter op alles voorbereid zijn, moeten ze in Gottechain gedacht hebben.
Vierkantshoeven
Via het kerkhof komen we aan de achterkant van de kerk waar we al direct kennismaken met een kanjer van een hoeve. Plus Lourdes-kapelletje. Het binnenplein van de herenboerderij met het 18de eeuwse woonhuis wil ik graag bewonderen, maar een woest blaffende hond houdt ons op afstand. Braafjes wandelen we dan maar langs de Rue de la Bryle voorbij de eveneens 18de eeuwse schuur, die gigantisch is! En afgewerkt met details in Gobertange. Knap.
Ook verderop in het dorp en in de velden vind je nog verschillende mooie hoeves. Ze domineren een straat, of liggen verscholen in een bosje tussen de uitgestrekte akkers. Wij wandelen in een lus rondom het dorp . Hierbij alvast enkele aanraders om in de buurt te bewonderen:
-op de Rue de la Bryle vlakbij de kerk: de opvallend witte hoeve waarnaar de straat vernoemd is, de Ferme de la Bryle. Zoals de meeste boerderijen hier in Waals-Brabant is de hoeve ook echt nog in gebruik – getuige de mesthoop op het erf en …de onvermijdelijke blaffende hond.
-even verderop wordt de Rue de la Bryle een holle weg en een veldweg die zich naar beneden en dan richting Nodebais slingert. Rechts is er de Ferme de la Chapitre; een andere lokale beroemdheid. Vandaar kan je door veld en beemd verderbenen naar de stemmige Gosinkapel met keramiek van Max Van Der Linden in Nodebais.
-de Rue de Linsmeau kondigt ook al de Ferme de Linsmeau aan
Mogelijkheden genoeg dus om in Gottechain en omgeving een ontspannende landelijke zondagnamiddag door te brengen. Losweg enkele wandelroutes:
- wandellus van Gottechain naar Nodebais en terug via het Bois de Beausart
- wandellus van Gottechain naar Bossut
- van Gottechain naar Sint-Joris-Weert
Château Ferme de Beausart
Maar om verder te gaan met ons verhaal: op de kaart zag ik dat er nog een prachtige kasteelhoeve verscholen ligt in de bossen. De kasteelhoeve van Beausart. Die wilden we nog even meepikken! Naar Beausart met de auto dan, omdat de namiddag er eigenlijk al op zat. GPS aan en vrrrrrroem: de velden in, opnieuw de Rue de Linsmeau in en richting bioboerderij La Ferme du Peuplier. Eerlijk gezegd: zo zonde dat dit niet bijster mooie moderne bedrijf met zijn aanhorigheden de landelijke vergezichten doorbreekt!
De weg draait na de bioboerderij nog meer naar links de velden in. En wordt wel héél landelijk: geen verharding meer, vol putten (en gezien het regenweer van de afgelopen periode, dus ook vol plassen) en … er kan duidelijk maar één voertuig door. Van terugdraaien is er voorlopig geen sprake meer, de’zachte berm’ lijkt ons bovendien iets TE zacht. En aan weerskanten van de weg wacht de heerlijk stevige Waals-Brabantse klei. Die zal zich met plezier aan de wielen van onze bolide vastzuigen.
Ik werp al eens een voorzichtige blik door de achterruit … is het nog haalbaar om zo ver in één lijn achteruit rijden als we hier een tractor tegenkomen? Of als de weg verderop niet meer toegankelijk of berijdbaar is?
Landelijk toeren
Drie keer moeten we door een plas die eerder een meertje lijkt: de hele wegbreedte wordt erdoor ingenomen en er hobbelend naast laveren is dus niet meer mogelijk. Bijkomend stresselementje: de diepte ervan is niet in te schatten. Wie zei ook weer dat alle goeie dingen uit drie bestaan?
Ik knijp mijn ogen dicht terwijl de echtgenoot rustig door de mini-meertjes bonkt. Langs alle kanten spat het water op, maar de wielen behouden hun grip en blijven telkens draaien. Oef! Nu begrijp ik waarom mensen hier in de buurt vaak een 4×4 hebben.
Daarna speur ik zorgelijk de einder af. Een enkele bakenboom wenkt in de verte. En links van ons zien we nog verder een steenweg. Maar hoe daar te geraken als er alleen maar een weg rechtdoor is? En waar blijft dat kasteel van Beausart?
Maar gelukkig: de bakenboom geeft een kruispunt van veldwegen aan, en rechts van ons zien we zowaar een klein gebouwtje en … even verderop een langwerpige gevel die zich tegen het bos aanschurkt. De weg is de ‘Drève de Beausart’! Hoe we hier weg zullen geraken is plotsklaps geen zorg meer: bij de kasteelhoeve moet er toch een straat of verharde weg te vinden zijn? Enthousiast stoppen we bij het merkwaardige gebouwtje enkele honderden meters voor de hoeve. Het blijkt een 19de eeuws wachtershuis van de hoeve te zijn, dat nu verlaten is. We genieten van het uitzicht over het hoogplateau.
Kasteelhoeve
Magistraal strekt de kasteelhoeve Beausart zich voor ons uit tegen de achtergrond van de ondergaande zon. Een mooie duiventil, uit 1726, schittert boven het boogportaal en de lange zijgevel, opnieuw met decoraties in gobertange, imponeert. De hoeve is 18de eeuws en zou al van in de 17de eeuw eigendom zijn van de abdij van Aulne. Ik lees dat er op het binnenplein van de vierkantshoeve een oude kapel te vinden is. Maar opnieuw: privé-eigendom en blaffende honden…
En hoe zit het met dat kasteel van Beausart dan ? We rijden rond de vierkantshoeve op een verharde weg (jeuj! ) en horen plots auto’s voorbij snorren. Blijkt dat we afdalen van het hoogplateau van Gottechain naar de Chaussée de Jodoigne, die hier op enkele honderden meters van de hoeve ligt, in het dal. En dan zien we de (privé)-asfaltweg naar het ‘Chateau’ en de ‘Ferme’ die de bewoners en hun gasten waarschijnlijk nemen als ze naar het kasteel of de hoeve willen. Geen geploeter door de velden, gewoon afslagje op de steenweg en klaar! Dat weten we dan ook weer. Ik probeer nog tussen de bomen een blik op te vangen van het kasteel, maar het ligt helemaal verscholen in het -nochtans kale- beukenbos.
Later lees ik dat het afgeschermde domein eigendom is van de bekende Leuvense notarisfamilie Roberti de Winghe. Het kasteel de Beausart is uitgebouwd aan één kant van de vierkantshoeve en vormt er een geheel mee. Ondanks onze niet-over-rozen-lopende autorit zijn we er niet in geslaagd om het te bezichtigen. Het Bois de Beausart strekt zich nog verder uit aan de andere kant van de steenweg naar Jodoigne maar is niet toegankelijk. De 140 hectaren zijn privé-bezit en jachtterrein van de adellijke familie.
Maar de omgeving van Bossut/Gottechain alleen al is zeker de moeite van een verkenning waard. Te voet dan wel.
Ook leuk om te lezen:
Dat reizen ook in eigen land best wel spannend kan zijn 😉
Absoluut 😅!
Joepie! Weer een toffe tip voor Waals-Brabant!
Mss een wederkerig ideetje: dagje Dendermonde met o.a. de Instagramwandeling (7,2 km) en enkele musea (gratis). En Joepie: er is ook een nieuwe bib!
O wat een leuk idee! Fijne tipcombinatie!!!
Schitterende buurt!
Ongelooflijk mooi, hè. Die weidsheid en tegelijkertijd ook variatie !