De historische hoofdstad Valletta, de betoverende middeleeuwse M ‘Dina, de majestueuze Rotunda … zoals velen had ik vooraf al de lijst van niet te missen bezienswaardigheden in Malta doorgenomen. En toegegeven: het zijn klassiekers, maar ze zijn dubbel-en-dik een bezoek – en de entreeprijs- waard. Maar echt van mijn sokken werd ik geblazen door de pracht en praal van het 18de eeuwse Palazzo Parisio, het mini-Versailles van Malta.
Verscholen achter een vrij onopvallende muur in het centrum van Naxxar – een nagenoeg onbekend dorp in het hart van het eiland Malta – bevindt zich dit betoverend paleis met een interieur waar niet is gekeken op een kristallen luchter, wat goudverguldsel of een fresco meer op minder. En de tuin? Die is opgenomen in de befaamde lijst van ”Grandi Giardini Italiani’. Ook mooi meegenomen: hier zie je zelden andere bezoekers. Een palazzo als een verborgen juweeltje.
Hoe palazzo? Waar palazzo?
Het heeft ons wel wat moeite gekost om het Palazzo te bezoeken. De eerste keer arriveerden we in Naxxar op een sluitingsdag. De tweede keer waren er wegenwerken in de buurt waardoor er 1) een omleiding was en 2) we de aansluiting met de volgende bus op onze overstapplaats misten. Normaal gezien geraak je hier vlotjes met het openbaar vervoer, maar die dag was er niets normaal. Eenmaal aangekomen in hartje Naxxar bewonderden we uitgebreid de kerk. Maar waar was het palazzo?
Dankzij het bordje en het borstbeeld voor de onopvallende, lange gevel, kwamen we goed terecht. Eindelijk.
NB. Om het nog ingewikkelder te maken: in Valletta is er ook een Palazzo Parisio en daarnaast is er ook nog een Villa Parisio. Daarover heb ik het dus NIET, voor alle duidelijkheid.
Aristocratisch optrekje
Al in de imposante inkomhal – compleet met marmeren statietrap – is het duidelijk dat dit niet het eerste het beste notabelenhuis van Naxxar, of zelfs van heel Malta, is. Oorspronkelijk gaf de grootmeester van de religieuze ridderorde van St Jan, Manoel de Vilhena himself, de opdracht voor de bouw van een jachthuis in Naxxar (1733). Na zijn dood bleef het eigendom van de orde. Het werd de zomerresidentie van de adellijke Italiaanse religieuze ridderfamilie Parisio. Later ging Paolo Parisio Muscati er zelfs permanent wonen – wat gepaard ging met wat verbouwingen, natuurlijk. Toen viel Napoleon Malta binnen en hij trok met de grove borstel door de eigendommen van de katholieke adel. Zijn soldaten logeerden mogelijk zelfs even in het palazzo in Naxxar. Maar aan alles komt een einde en toen Napoleons heerschappij uit was, kwam het stadspaleis terug in aristocratische handen.
De Scicluna’s
Begin 20ste eeuw kocht de familie Scicluna het stadspaleis. De belangrijkste bewoner werd de gefortuneerde bankier en markies Giuseppe Scicluna, want hij liet in het begin van de 20ste eeuw het palazzo opkalefateren en maakte er de weelderige schatkamer van die het nu is. Qua stijl combineert het stadspaleis een mix van 18de eeuwse Siciliaanse barok (binnen) met art nouveau voor- en achtergevels buiten.
Ciskbankier en -bier
Een leuk verband is er ook tussen de eigenaars van Palazzo Parisio, de Scicluna’s, en het populaire Maltese pilsbier Cisk. Meer bepaald diezelfde bedrijvige Giuseppe Scicluna richtte als eerste in Malta een privébank op. In een tijd waarin de gewone man zijn zuurverdiende centjes in een sok onder zijn matras verborg of in zijn kleren liet naaien, lanceerde hij de cheques. Niet iedereen was happig op dat papieren geld en bovendien was het woord ook moeilijk om uit te spreken voor halfgeletterde spaarders. Zij verbasterden ‘cheques’ al snel tot ‘cisk’. En Giuseppe Scicluna zelf kreeg al snel de bijnaam ‘Iċ-Ċisk ‘ (‘The Cisk’), omdat hij altijd met cheques betaalde.
Toen Scicluna’s bank in 1929 de activiteiten van één van haar klanten -met een tijdelijke exclusieve licentie voor de productie van pilsbier- overnam, lanceerde zij prompt het Ciskbier. The Malta Export Brewery ontstond en tot de dag van vandaag is Cisk Lager het belangrijkste biermerk van Malta. Proeven, die boel!
Palazzo Parisio en Palazzo Scicluna
Palazzo Parisio werd – niet verwonderlijk – ook ‘Palazzo Scicluna’ genoemd. Vandaag is het palazzo nog altijd eigendom van de Scicluna familie en barones Christiane Ramsay Scicluna en haar dochter Justine verwelkomen nu bezoekers van over de hele wereld in hun stadspaleis. Het palazzo is gerestaureerd en ook de tuin (waarvan een deel ondertussen is verkocht en grenst aan afschuwelijke snelbouwwoningen) is toegankelijk voor het publiek. Even meewandelen?
Weelderig interieur
Langs de indrukwekkende marmeren trap schrijden we naar boven, naar het ‘schoon verdiep’ – de ‘bel étage’ die we herkennen, niet alleen van het Antwerpse stadhuis, maar ook van de palladiaanse villa’s langs het Brentakanaal. Eén blik op de uitzinnig gedecoreerde plafonds vol fresco’s en stucwerk maakt ons al duizelig.
Verguldsel, spiegels en kristal
Boven komen we in het ‘Grote Salon’, met weelderige decoraties, stucwerk en een prachtige kristallen kroonluchter. Luxe en grandeur all over the place, en daarbij nog een reusachtig balkon dat uitgeeft op de Italiaanse tuin. We wandelen langs eetkamers met artistiek verantwoord gedekte tafels, schitterende serviezen, zilveren bestek en kristallen glazen, en dwalen verder door een bibliotheek, een intieme slaapkamer met exquise gestoffeerde stoelen, bankjes en chaise longues voor ‘my lady’. In de salons zijn er wandtapijten, handbeschilderde muren, schilderijen en fresco’s, …En overal hebben we het hele stadspaleis voor ons alleen!
Mini-Versailles?
Absoluut hoogtepunt van ons bezoek is de magnifieke balzaal. een betoverende miniversie van de Spiegelzaal in Versailles, zo lijkt het wel. In zijn barokke gouden schittering uniek op Malta!
Van de vloer tot het plafond is het één overdaad van verguldsel, spiegels, moulures, cherubijnen. Om van de verfijnde deurklinken en deurpanelen nog te zwijgen – niet direct iets voor bij ons thuis, maar hier doet het decor me wel helemaal wegdromen naar tijden waarin elegante dames in ruisende jurken ten dans geleid werden door galante heren met gepoederde pruiken.
Luxe
In wat een weelde de bankiersfamilie leefde, wordt ook duidelijk als we door de andere kamers kuieren, zoals de ‘Ladies Music Room’ en de biljartzaal. Natuurlijk was deze residentie ook bedoeld als visitekaartje van bankier Scicluna en moest ze via alle pracht en praal bijdragen aan zijn imago.
Het paleis is natuurlijk qua oppervlakte niet te vergelijken met het Versailles van Lodewijk XIV, daarvoor is het veel te klein, maar het waanzinnige interieur spreekt enorm tot de verbeelding. Afhankelijk van het moment kan je meer of minder kamers bezoeken. De villa wordt immers regelmatig verhuurd voor events en als trouwlocatie. Zo moesten wij tegen 18u opkrassen omdat er een receptie doorging. Het palazzo fungeerde ook als filmdecor voor Cutthroat Island (1995) and The Count of Monte Cristo (2002) en als achtergrond voor de videoclip van Olivia Lewis’ Eurosonglied ‘Vertigo’ in 2007.
Tuin
Als je je dag optimaal wil vullen, is een bezoek aan het palazzo in Naxxar zeker te combineren met een snelle blik op de Mosta Dome (of Rotunda) slechts 3 kilometer verderop. Dat is een van de grootste ronde kerken van Europa en dus een must see als je op Malta bent. Ook M’Dina en Rabat zijn niet veraf, maar daarvoor trek je toch best minstens een halve dag uit. Als je niet van hot naar her wil rennen, hou je dit bezoek voor een andere keer. . Alles is trouwens dichtbij op een klein eiland van 28 km lang en 12km breed.
Ook leuk om te lezen:
Wondermooie plek!
Zeker in het gezelschap van Wannderful!
Dankjewel 😘
Voor deze moet ik duidelijk nog eens terug naar Malta. Wij bezochten wel het paleis in Valletta niet ver van de grote kerk daar en dat vond ik ook echt de moeite dus ik kan me voorstellen dat dit ook een pareltje is.
Ik vond het prachtig! En het paleis in Valletta staat hier dan weer op het lijstje ;)!
Wat super mooi, vooral vind ik de poort super mooi.
Die is inderdaad indrukwekkend! Een prachtstuk! Groetjes, Heidi!