Je boekt een weekendje Ardennen. Gezellig hotel. Lekker eten. En tal van ontspannende wandelpaden in de buurt. Zelfs eentje langs prehistorische dolmen en menhirs. Alleen… als je vertrekt, regent het pijpenstelen. Extra-kleren, schoenen, sokken en sjaals gaan mee in de reistas. En ondanks het mistroostige begin werd het een toppertje. Want de regen werd sneeuw. En zo werd het zéér winters wandelen langs de dolmen van Wéris. Eén van de mooiste winterwandelingen die we al gemaakt hebben. Soms moet je wat geluk hebben.
Inhoud
Eerste halte: het kleinste stadje van de Ardennen
Na het sombere weer van de afgelopen periode moesten we er even uit. Letterlijk en figuurlijk. Buiten zijn, in de natuur. We boekten een overnachting in Wéris, een gehucht van Durbuy. En aangezien het middeleeuwse Durbuy het kleinste stadje van de Ardennen schijnt te zijn, wilden we dat toch eerst even checken. Tussenstop in Durbuy dus.
Het grote lege parkeerterrein langs de Ourthe maakte meteen duidelijk dat dit stadje in de zomer een toeristische trekpleister moet zijn. En de vele eetgelegenheden (zoals het beroemde ‘Le Sanglier des Ardennes‘ van Wout Bru) bevestigden dit. We verkenden het -inderdaad- kleine middeleeuwse stadscentrum in de laaggelegen vallei. Gedomineerd door het grijze slot van de familie d’Ursel. Een dorp samengesteld uit grijze, natuurstenen huizen. Al even grijs en donker als de nabije rots. Of zo leek het toch. Want de dag bleef somber en koud.
En wat doet een Belg met vakantie dan? Een pannenkoek of twee gaan eten, natuurlijk. Wij deden niet anders…
Ondertussen zakte de temperatuur nog. En toen we terug buiten stonden, dwarrelden de eerste sneeuwvlokken neer. Nat. Koud. Een donkergrijze hemel. Maar om ons heen een massa dansende witte stipjes. Heerlijk! We haastten ons naar de auto en : ‘en route’ – richting hotel. Kwestie van heelhuids bij onze slaapplaats te arriveren.
Snowy wood
Ondertussen onderging de wereld om ons heen een gedaanteverandering. In een mum van tijd reden we een sprookjeslandschap binnen. Zalig!
En zalig was ook onze overnachtingsplaats: een reusachtige oude hoeve in Wéris. Kamer opzoeken …en dan nog even voor het donker een korte dorpsverkenning door de sneeuw. Bij het kleine kerkje. De vele kapelletjes. En warempel een heus ‘megalithenmuseum’. Dat dicht was.
Daarna voetjes onder tafel voor een culinaire verwennerij. En al snel in dromenland onder de (gerestaureerde) houten balken van de ‘bergerie’. Asterix en Obelix achterna.
Winters wandelen langs de dolmen van Wéris
De volgende ochtend. Kraakverse sneeuw. Ijskoude wind. Maar een stralend zonnetje. En wij benieuwd naar de dolmen. Of hunebedden. En menhirs. Eeuwenoude relicten van een vroegere beschaving. Correctie: geen honderden maar duizenden jaren oud. Meer dan 5000 jaar om precies te zijn – en dan kijken we niet op 100 jaar meer of minder. De vreemd gepositioneerde stenen uit de prehistorie zijn fascinerend. Ze vormen vaak de inspiratie voor buitenissige dorpssagen en -legenden. Ook in Wéris.
Onze wandelroute is 9 km lang en perfect aangeduid. Je volgt voor een stuk de roodwitte GR-aanduidingen. Op het platform RouteYou.com is er een uitgebreide beschrijving door collega Blauwkruikje.
We vertrekken met een stevige klim richting Pierre Haina, de Steen Haina. Eerst nog door de woonwijk, daarna slingert het pad zich tussen de bomen naar omhoog. Een verre hond blaft, en verder hoor ik niets anders dan de smeltende sneeuw die neerdruppelt.
De ‘Witte Menhir’: Pierre Haina
De vele voetsporen in de sneeuw bewijzen dat we niet de eersten zijn die dit pad volgen. We zijn dan ook niet de enige wandelaars. Maar de witte sneeuwdeken lijkt elk geluid te dempen en stil klimmen we verder de heuvelrug op. We worden al snel beloond met een prachtig uitzicht over de vallei van Wéris bij de Pierre Haina. De rots heeft een opvallende vorm, deels natuurlijk, deels bewerkt (vermoedt men). Ze wordt de ‘Witte Menhir’ genoemd, alhoewel het niet om een echte menhir gaat. Elk jaar bij het begin van de herfst (rond 22 september) schilderen de dorpsbewoners hem wit. Volgens één van de vele verhalen zou de schuin overhellende steen immers de toegang naar de hel afsluiten. Als een soort kurk. En de duivel is toch doodsbang van de kleur wit,niet?
Het Duivelsbed
We verlaten de indrukwekkende plek in het bos en dalen af naar een beekje. Vlakbij staat het ‘Duivelsbed’, een rotsblok van 2,40 m lang, 1,40 m hoog en 60 cm breed. Nog zo’n steen die inwerkte op de menselijke fantasie. Op dit ‘bed’ zou de duivel immers uitrusten van zijn nachtelijke uitspattingen. En daarna weer via de schacht onder de steen van Haina naar de hel verdwijnen. Na de imposante Haina waren mijn verwachtingen echter te hoog gespannen. Bed-vorm: check. Maar qua uitstraling moest deze rots flink onderdoen voor de ‘Witte Menhir’.
Via Morville wandelen langs de dolmen
We komen terug in de bewoonde wereld terecht en kuieren langs glooiende velden en weilanden. Een boer spreidt vers stro uit in de koeienstal naast de weg. Een tractor ronkt. Mussen schieten weg in de winterse struiken. En verder is er niets dan rust en stilte. Winters wandelen. We dalen af naar het gehucht Morville en volgen een verhard pad tussen de akkers.
Middenin de uitgestrekte velden staan er vier jonge eiken. Daartussen: de eerste dolmen. 5000 jaar oud is deze grafkamer uit de steentijd. Een verzameling rechtopstaande stenen met een grote deksteen. Zoals in de boekjes.Prehistorische architectuur in België. Wie heeft dit monument gebouwd? Hoe? En voor wie? Ik las ergens dat de doden in deze ganggraven niet liggend maar zittend of hurkend werden begraven. Omringd door grafgiften. Intrigerend. Hier in Wéris zijn er prehistorische pijlpunten, een gepolijste bijl maar ook Romeinse munten en aardewerkscherven gevonden. Niet verwonderlijk, want op de plaats waar nu (nog steeds) de veldweg loopt, was er vroeger een heirbaan.
Nog een menhir en dolmen
We zetten onze wandeling langs de dolmen van Wéris verder. Het betonbaantje tussen de velden lijkt me ook wel fijn om er te fietsen. In de zomer. Maar ondertussen zijn wij te voet. En speelbal van de ijskoude wind die over deze open vlakte giert. Links van ons ligt Wéris vredig tegen de heuvelflank te slapen. Recht voor ons uit speuren we naar de plek waar de tweede dolmen moet te vinden zijn. Wij zetten flink de pas erin, zodat we opwarmen. En ontdekken al vlug de menhir die schijnbaar plompverloren langs de weg in de velden staat.
Dolmen en sterrenkunde
Nog anderhalve kilometer verder verstoppen zich de Dolmen van Oppagne tussen de bomen. Ze dateren uit dezelfde periode als de menhirs en de dolmen van Wéris. Uit studies blijkt dat de dolmen en menhirs volgens een bewust patroon zijn opgesteld. Zo kan je een lijn trekken tussen de Pierre Haina en de dolmen van Wéris. Wie bij de Pierre Haina staat, ziet op de herfstdag-en nachtevening (= equinox 22/09) bij zonsondergang de laatste zonnestralen vanaf de horizon over de dolmen van Wéris komen. En in omgekeerde richting, als je tijdens de zomerzonnewende van 21 juni aan de drie menhirs van Oppagne staat, komt de zon net boven de Pierre Haina op. Fascinerend, toch?
Einde van winters wandelen
Ondertussen betrekt de lucht. Maar de dooi is ingezet. Het smeltwater blijft staan op de nog halfbevroren akkers of klatert weg in de afwateringsgeulen. Wij waden terug naar Wéris. Om de inwendige mens te versterken. Misschien op dezelfde plek als waar 5000 jaar geleden onze voorouders een prehistorisch maal nuttigden in de eerste nederzettingen uit de steentijd?
N.B. Nog een praktische tip: wandelroutes in Wallonië
Ook leuk om te lezen na dit winters wandelen langs de dolmen van Wéris:
- Heerlijk slapen en dineren in Wéris
- Een heerlijke herfstwandeling bij Furfooz (Dinant)
- 20 fijne wandelplekken dichtbij Leuven
- Wandelen in natuurgebied Les Calanques
- Reading between the Lines: het doorkijkkerkje in Borgloon
- Flaneren in de kasteeltuinen van Landgoed Middachten
- De 5 meest charmante plekjes van Luik
- Fietsen langs street art in Leuven
Besneeuwde landschappen in de Ardennen, heerlijk
Ja, laat maar komen die sneeuw! Een witte kerst?
Er zijn echt veel mooie plekken in ons land, fijn dat je deze naar voren brengt!
Toerist in eigen land: het blijft verrassen :)! Pas toen ik dit artikel schreef, merkte ik dat de dolmen in Wéris zo uniek zijn. We gingen eigenlijk gewoon een weekendje naar de Ardennen, naar Durbuy. Mijn zus en schoonbroer tipten dat er ook hunebedden waren. En een wandeling, die heel goed te doen is. Ook het hotel waar we verbleven was een echte verwenpartij. Zowel de kamers als het eten waren heerlijk!
Een genot om te lezen. Ik was er helemaal bij!
Dankjewel, Bea! Fijn dat je weer mee was-samen reizen is altijd leuk 😉!